Buitenland

Turkse militairen gaan naar Irak

Het Turkse parlement heeft dinsdag met grote meerderheid ingestemd met het sturen van een omvangrijke troepenmacht naar Irak. De militairen moeten de internationale coalitie gaan versterken. De leden van de Iraakse regeringsraad spraken zich evenwel dinsdag unaniem uit tegen de komst van Turkse militairen.

Buitenlandredactie
8 October 2003 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:37

De Verenigde Staten geloven stellig dat ze de Iraakse regeringsraad ervan kunnen overtuigen de troepen wel toe te laten in Irak. Dat verklaarde een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dinsdag. Een hoge Amerikaanse functionaris verklaarde dat de Irakezen gewoon hebben mee te werken. „De coalitie is hoofdverantwoordelijk voor de veiligheidssituatie.”

Ankara besloot dinsdagmiddag de troepenmacht naar het buurland te sturen, onder meer op verzoek van de Verenigde Staten. De Turkse parlementariërs en de regering gingen daarmee ook in tegen de uitdrukkelijke wens van een meederheid van de bevolking. Een recente opiniepeiling wijst uit dat 72,5 procent van de Turken tegen het sturen van militairen naar Irak is.

In een zitting achter gesloten deuren stemden 358 afgevaardigden voor, 183 tegen de vredesmacht. Regeringsfunctionarissen moeten nog beslissen hoeveel manschappen naar Irak gaan. Functionarissen lieten onlangs doorschemeren dat Turkije mogelijk 10.000 manschappen gaat sturen. Na de VS en Groot-Brittannië zou Turkije daarmee de grootste troepenmacht in Irak hebben.

Ankara wil de troepen hooguit een jaar in het buurland houden. Waarnemers verwachten bovendien dat de Turken niet in het aan Turkije grenzende Koerdische Noord-Irak worden gestationeerd, in verband met de gespannen verhoudingen tussen Turken en Koerden.

Hoe diep het wantrouwen is, bleek wel in augustus toen Koerdische leiders zelfs een Amerikaans verzoek van de hand wezen om 12.000 Turkse militairen door het noorden van Irak te laten trekken op weg naar Fallujah. Daar zouden ze mogelijk ingezet kunnen worden bij het handhaven van de vrede. Adel Murad, de politieke leider van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) zei te vrezen voor geweld tussen Turkse militairen en Koerdische strijders.

In Irak was het dinsdag opnieuw onrustig. Het Iraakse ministerie van Buitenlandse Zaken in Bagdad werd getroffen door een granaat. Buitenlandse verslaggevers hoorden na de explosie ook geweervuur. Bewakers van het complex zeiden dat er voorzover bekend geen slachtoffers zijn gevallen.

Elders in Bagdad demonstreerden dinsdag enkele duizenden boze Irakezen bij een sjiitische moskee. Ze beschuldigden het Amerikaanse leger ervan twee sjiitische geestelijken te hebben gearresteerd. Volgens de geestelijke Mahmud al-Sundawi verdenkt het leger de twee geestelijken ervan dat ze Afghanen en Egyptenaren hebben opgeleid om tegen de Amerikanen te vechten.

Amerikaanse militaire woordvoerders maakten dinsdag ook de dood van nog eens drie Amerikaanse militairen wereldkundig. Door een bomaanslag ten zuiden van Bagdad kwamen maandag twee Amerikaanse militairen en een Iraakse tolk om. Twee andere Amerikanen raakten gewond. Diezelfde dag sneuvelde in de stad Ramadi, ongeveer 110 kilometer ten westen van Bagdad, door een aanslag een andere Amerikaanse militair.

De Russische minister van Buitenlandse Zaken Igor Ivanov heeft dinsdag gezegd dat de Amerikaanse ontwerpresolutie over Irak verder moet worden aangepast voordat zijn land het voorstel in de Veiligheidsraad zal steunen. Overleg tussen de permanente leden van de Veiligheidsraad over een resolutie die de Verenigde Naties grotere invloed moet geven op de wederopbouw van Irak werd maandagavond zonder akkoord afgesloten. Rusland en enkele andere leden van de Veiligheidsraad vinden dat de Verenigde Staten meer bevoegdheden over moeten dragen aan de VN en dat het bestuur van het land sneller in handen van een onafhankelijke Iraakse regering moet komen.

Woordvoerder Eugeniusz Mleczak van het Poolse ministerie van Defensie is dinsdag afgetreden. De woordvoerder maakte afgelopen vrijdag een enorme blunder door te melden dat Poolse militairen in het zuiden van Irak vier gloednieuwe Franse luchtdoelraketten hadden gevonden, wat zou betekenen dat Frankrijk in de aanloop naar de Amerikaanse invasie het wapenembargo tegen Irak had geschonden.

Al snel bleek dat de Polen er ten onrechte van uit waren gegaan dat de code 2003 op de raketten stond voor het bouwjaar van de raketten. In werkelijkheid waren de raketten veel ouder. De beschuldiging veroorzaakte een diplomatieke rel tussen Warschau en Parijs. De Franse regering zegt al sinds juli 1990 geen wapens en onderdelen voor wapens meer aan Irak te hebben geleverd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer