CGK doen niet mee aan gesprek met PKN
UTRECHT – Van de vier kerkgenootschappen die de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vorige week uitnodigde voor een gesprek over eenheid, doen in ieder geval de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) niet mee.
De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN) hebben wel toegezegd deel te nemen aan het gesprek, dat voor 5 maart staat gepland. De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) beslissen woensdag of zij op de uitnodiging ingaan. Dat lieten de kerken deze week desgevraagd weten.
De CGK doen niet mee, omdat de generale synode haar deputaten kerkelijke eenheid niet het mandaat heeft gegeven om deel te nemen aan het gesprek. Dat liet ds. W. van ’t Spijker, voorzitter van het deputaatschap, weten.
Ds. K. J. Bijleveld, synodepreses van de VGKN, zei blij te zijn dat de Protestantse Kerk niet direct aanstuurt op een fusie, maar zoekt naar „andere vormen van eenheid.”
Namens de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt stelde ds. H. J. Messelink, voorzitter van het deputaatschap kerkelijke eenheid, dat kerken niet vrijblijvend over eenheid kunnen spreken. Op het gebied van Schrift en belijdenis ziet hij echter belemmeringen om met de Protestantse Kerk tot eenheid te komen.
De Hersteld Hervormde Kerk (HHK) en de Gereformeerden Gemeenten (GG) ontvingen geen uitnodiging van de PKN. „De Protestantse Kerk voelt blijkbaar wel aan dat de Gereformeerde Gemeenten deze uitnodiging zouden hebben afgewezen”, aldus synodepreses ds. J. J. van Eckeveld.
Ds. L. W. Ch. Ruijgrok, synodepreses van de HHK: „Er is in het verleden zeer intensief met elkaar gesproken over het wezen van het kerk-zijn. Zeer intensief is ook met elkaar van gedachten gewisseld over de vraag waarom wij rond de kerkscheuring in 2004 niet mee konden richting de Protestantse Kerk. Dat heeft alles te maken met het Schriftgezag, de belijdenis van de PKN, de trouw aan Gods verbond, en wat er in de kerk wel en niet gelegitimeerd is. Daarover verschilden en verschillen we helaas nog altijd diep van mening. Dit laatste gaat mij ontzettend veel meer aan het hart dan het al of niet ontvangen van een uitnodiging.”