Begeerlijkheid
De duivel is de vader en de begeerlijkheid is de baarmoeder van alle zonden. Dat zegt Jakobus in onze tekst. De begeerlijkheid heeft ontvangen en is zwanger geworden van de zonde, nadat zij toestemming van de wil heeft verkregen.We moeten niet denken dat de duivel in dezen een stille en ledige aanschouwer is. Nee, hij die werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid weet zich daar listig onder te vermengen. Hij zou zelfs de uitverkorene verleiden, wanneer de Heilige Geest het door Zijn genadige werking niet verhinderde. De begeerlijkheid spreidt zich over veel takken uit: de begeerlijkheid van het vlees, de begeerlijkheid van de ogen en de grootheid van het leven.
Met deze drie, als met geweldige strikken en banden, zoekt de duivel alle mensen te trekken tot de zonde en hen onder die heerschappij vast te houden. Maar de Zoon van God, hoewel Hij nu en dan rechtvaardig toelaat dat ook de uitverkorenen getrokken worden door de zonde, laat nochtans nooit toe dat zij onder de heerschappij van de zonde worden vastgehouden. Door de begeerlijkheid van het vlees weet hij veel natuurlijke mensen vast te binden en te betoveren. Ze zouden liever hun leven tekortdoen dan hun vlees niet verzadigen.
Joos van Laren, predikant te Vlissingen (Tractaat over de woorden van Johannes 3:8, 1669)