De veteranen en toenmalige inwoners van de stad, de ‘Kinderen van Stalingrad’, krijgen van de staat een beloning van 5000 roebel (ongeveer 125 euro) voor hun dienst. De slag wordt herdacht met onder meer wetenschappelijke conferenties, lezingen van historici en kunstfestivals. Niet alleen in Stalingrad vinden vieringen plaats, ook in Moskou en Sint-Petersburg zijn diverse activiteiten gepland.

In juli 1942 begon het leger van nazi-Duitsland een offensief om de belangrijke stad Stalingrad in te nemen. Hoewel de Duitsers grote delen ervan veroverden, bleef het Rode Leger doorvechten om de stad te behouden. Met een groot tegenoffensief heroverden de sovjets de stad. Op het slagveld kwamen zeker 1,7 miljoen militairen om het leven. De slag staat te boek als een van de bloederigste veldslagen in de moderne oorlogsgeschiedenis. Het was ook een belangrijke veldslag, na de capitulatie werden er door de Duitsers geen overwinningen geboekt aan het Oostfront. De Sovjet-Unie begon haar opmars naar Berlijn.

Onder het bewind van Nikita Chroetsjov werd de naam Stalingrad in 1961 veranderd in Wolgograd, naar de rivier waaraan de stad ligt. Chroetsjov hekelde de dictatuur van Stalin en beschuldigde hem van misdaden. Het hernoemen van de stad Stalingrad was onderdeel van zijn ‘destalinisatiebeleid’. Woensdag ontving het Kremlin echter een petitie die ervoor pleit de stad opnieuw naar Stalin te noemen. 50.000 mensen willen de naam Stalingrad terug, omdat het „de stad is waarvoor we hebben gevochten.”

Vanaf zaterdag rijden er ook bussen met het portret van Josef Stalin door de straten van Wolgograd, Sint-Petersburg en Tsjita. Hij was de leider van de Sovjet-Unie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Het initiatief is controversieel, sommige Russen vinden dat Stalin geen podium mag krijgen, omdat er tijdens zijn schrikbewind honderdduizenden mensen de dood vonden.