De nationale herdenking is bij het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland. Onder anderen minister Melanie Schultz (Verkeer en Infrastructuur) en afgevaardigden van de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant staan dan stil bij de ramp. De opzet van de herdenking is volgens een woordvoerster van het museum in vergelijking met de herdenking van 2003 „summier”. Toen werd de ramp voor het laatst op „grootse wijze” herdacht, onder meer met een bezoek van koningin Beatrix. Dit jaar zijn er 400 genodigden.

De gemeente Goeree-Overflakkee (Zuid-Holland) en de provincie Noord-Brabant houden elk een ‘centrale’ herdenking. In Raamsdonksveer houdt Noord-Brabant donderdagavond een herdenking samen met de acht gemeentes in het westen van de provincie die in 1953 werden getroffen. Ook de twee dagen erna zijn er in het Brabantse dorp activiteiten die in het teken staan van de ramp. De centrale herdenkingsbijeenkomst op Goeree-Overflakkee vindt plaats in Oude-Tonge, het dorp waar 60 jaar geleden de meeste slachtoffers vielen (305).

Dorpen die 60 jaar geleden slachtoffers te betreuren hadden, hebben veelal ook eigen activiteiten en herdenkingen. Bewoners die de ramp zelf hebben meegemaakt, kiezen liever voor een herdenking in hun eigen dorp. Het dorp Kruiningen in Zuid-Beveland heeft bijvoorbeeld vrijdag zo’n ‘eigen’ herdenking, waarbij oud-premier Jan-Peter Balkenende een toespraak houdt.

Omroep Zeeland schenkt ook aandacht aan de ramp. Op radio is vanaf donderdagavond 7 uur ‘de Nacht van de Ramp’ te beluisteren, een 11 uur durende uitzending waarin ooggetuigen hun verhaal vertellen. Ook op televisie staat de programmering vanaf vrijdagochtend 9 uur de hele dag in teken van de ramp.