In de grondwet zijn de regels voor troonopvolging bepaald. Voor de opvolging komen alleen familieleden in aanmerking die tot in de derde graad verwant zijn aan de koning. Dat is eenvoudig langs de lijn grootouder, ouder, kind. Bij een zijlijn zijn er meteen meer stappen. Dan gaat het om de afstand tot broer of zus, oom of tante, nichtjes en neven. Van Maurits naar Willem-Alexander zijn dan vier stappen: van de prins naar zijn moeder Margriet (1), naar oma Juliana (2), naar tante Beatrix (3) en dan naar neef Willem-Alexander (4).

Het lidmaatschap van het Koninklijk Huis is beperkt tot familie in de tweede graad. Dat betekent dat prins Constantijn en prinses Laurentien lid blijven van het Koninklijk Huis, maar hun drie kinderen ondanks het feit dat ze troongerechtigd blijven, niet. Voor prinses Margriet is een uitzondering gemaakt, mede uit respect voor haar verdiensten. Haar jongere zoons Pieter-Christiaan en Floris zijn eerder uit de lijn van troonsopvolging gevallen door (vrijwillig) te trouwen zonder parlementaire toestemming.