De 60-jarige Tonelli werd zondagavond neergeschoten op het terrein van haar ziekenhuis in Borama in het westen van Somaliland. Ze werd doodgeschoten door een man die in de schaduw van een boom op haar had zitten wachten en die twee salvo’s op haar voorhoofd loste, zei een woordvoerder van de Somalische autoriteiten. Het motief van de schutter is nog onduidelijk. De dader is spoorloos.

Tonelli ging op haar 27e naar Noord-Kenia, waar ze lesgaf aan de daar wonende Somaliërs. Omdat velen van hen aan tuberculose leden, haalde ze de benodigde artsendiploma’s en begon ze hen te verplegen. In 1986 vertrok ze voor hetzelfde werk naar Somalië, waar ze met geld van haar familie en vrienden een ziekenhuis voor 200 tuberculosepatiënten opzette. Ook zette ze klinieken op om de bevolking bewust te maken van het gevaar van aids en de nadelige effecten van vrouwenbesnijdenis.

In juni kreeg ze in Genève de Nansen-vluchtelingenprijs voor haar humanitaire werk. „Ze wijdde haar leven aan het helpen van anderen en voerde haar nobele missie uit op afgelegen, moeilijke plaatsen die in de rest van de wereld nauwelijks worden opgemerkt”, zei Lubbers. „Door dat te doen, raakte ze de levens van duizenden mensen en toonde ze aan hoeveel een individu kan betekenen. We rouwen om het verlies van een fantastische vrouw.”

’President’ Dahir Riyalew Kahin zei alles op alles te zetten om de dader te pakken. Somaliland scheidde zich in 1991 af van Somalië, vijf maanden nadat dictator Mohamed Siad Barre was afgezet. De zelfbenoemde republiek wordt niet internationaal erkend.