Zal Europa het Britse vertrek overleven?
Het debat over de toekomst van Europa is weer helemaal terug. Sinds de Britse premier Cameron deze week een flexibel Europa eiste, kan niemand er meer omheen.
VVD-Europarlementariër Van Baalen speelt open kaart. „De Britse opstelling past vaak goed bij de VVD. Dus voor ons is het belangrijk dat ze bij de Europese Unie blijven.”
De werkkamer van Hans van Baalen is op de tiende verdieping in het Europees Parlement. Brussel ligt aan zijn voeten.
Toch is de liberaal geen man van vergezichten. „De Europese Unie is niet aan de tekentafel ontworpen. Ze is geen grand design, maar resultaat van historische ontwikkeling.”
Vanuit die opstelling kijkt hij naar de toekomst. „Zelfstandige lidstaten kunnen veel thuis regelen. Voor de eenheidsmunt zijn wel gezamenlijke afspraken nodig. Als bankentoezicht nodig is om de euro te redden, is dat goed. Maar breid dat overkoepelend bestuur dan niet uit naar andere onderwerpen. De federalisten willen dat echter maar al te graag.”
Deze federalisten willen een Verenigde Staten van Europa als antwoord op de euroscepsis.
„De gemiddelde burger is volgens mij niet sceptisch. Een Europese VS geeft geen antwoord op vragen die de burger stelt. Ik zie geen heil in een Europese regering en een parlement dat lijkt op het Amerikaanse Congres.”
Toch heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, in september de „federatie van natiestaten” aanbevolen in zijn ‘troonrede’.
„Deze breedsprakige man had dan ook wel mogen uitleggen wat een federatie inhoudt. De Verenigde Staten van Amerika zijn een federatie, maar de staten zijn bijvoorbeeld vrij om de doodstraf te handhaven. De Europese federalisten gunnen de lidstaten die vrijheid niet.
Al deze discussies gaan over de vormgeving van het huis. Ik zie daar niet veel in. Ik houd meer van zakelijke debatten over het oplossen van problemen met de euro. Ik steek liever tijd in begrotingsdiscipline. Ik heb geen behoefte aan een hoger budget voor Europa. Dat is volgens mij het echte probleem. Ik denk dan: Barroso, wees nou eens moedig.”
Hebben de problemen rond de euro het model van zelfstandige natiestaten niet ingehaald?
„Nee, want het federale stelsel zal op dat punt niets oplossen. Als alle landen zich hadden gehouden aan het Stabiliteitspact, was er niets aan de hand geweest. Ook in een federaal Europa zal de Franse president zijn nationale belangen voorrang geven. De ervaring leert dat grote lidstaten in zulke gevallen niet luisteren naar de Europese Commissie.
Als landen zich niet houden aan het maximale begrotingstekort van 3 procent, kun je ze moeilijk dwingen. Je kunt ze wel subsidies onthouden, in uiterste gevallen zelfs het stemrecht ontnemen. Maar de praktijk leert dat die instrumenten eerder worden ingezet tegen kleine lidstaten dan tegen grote.”
Uw liberale collega, de Belgische oud-premier Verhofstadt, zegt dat er geen keus is.
„Naar aanleiding van zijn boek heb ik hem gezegd dat Europa nooit een cultuur van eeuwen kan veranderen. Ik snap zijn pleidooi ook niet zo, want alleen al in België werkt de federatie niet. En kijk dan nog eens naar Catalonië en Schotland. Die regio’s willen allemaal zelfstandig worden.
Deze federalisten vragen ook om leiderschap. Prima. Maar dan wel zoals de vroegere Duitse bondskanselier Kohl. Die keek af en toe achterom of de mensen hem nog volgden, en paste zijn snelheid aan. Dat doen mensen als Verhofstadt en Barroso niet.”
Is een gekozen Europese president voor u denkbaar?
„Nee. Zo’n president wordt gekozen met een eigen programma, en gaat vervolgens zelf de Europese Commissie samenstellen. Dat zal leiden tot een botsing met het Europees Parlement, want dat wil als gekozen orgaan ook iets te vertellen hebben over de Commissie. Bovendien komen de regeringsleiders in de schaduw te staan. Ook nationale parlementen zullen eronder lijden.
Dit is nu typisch zo’n idee waar de burger helemaal niet om vraagt. Vraag je mensen in Nederland wat politiek is, dan begint men over de Tweede Kamer en Den Haag. De meeste burgers kunnen met moeite 10 van de 700 Europarlementsleden opnoemen. En vraag niet naar leden van de Europese Commissie.”
Heeft u sowieso wel behoefte aan wat men noemt een stip op de Europese horizon?
„Niet over de vormgeving van het huis. Wel over de inhoud. Wil iemand meer bereiken in het Midden-Oosten, dan wil ik daar graag over praten. Laten we dan beginnen een goede opvolger te zoeken voor de huidige EU-buitenlandcoördinator, Ashton.”
Door de speech van Cameron staat een mogelijk uittreden van Groot-Brittannië uit de EU volop in de schijnwerpers. Denkt u dat het zover komt?
„Ja. Ik weet dat mijn collega Andrew Duff zich al voorbereidt op een buitengewoon lidmaatschap van zijn land bij de EU. Ik vrees dat dat uiteindelijk onontkoombaar is.
Als VVD willen we de Britten zo dicht mogelijk bij de EU houden. Daarom moeten we bereid zijn met de Britten te kijken welke verdragswijzigingen mogelijk zijn. Tot nu toe weten we niet wat Cameron precies wil veranderen. Dat maakt onderhandelingen mistig en een referendum ook gevaarlijk. Veel Engelsen hebben namelijk een eurosceptische inborst. De Schotten, Welshmen en de Noord-Ieren willen wel bij Europa blijven. Dat betekent dat een Engels ”nee” het Verenigd Koninkrijk kan splijten. Daarom pleit ik voor een nuchtere benadering van Camerons verlangens.
Tegelijk is duidelijk dat Europa niet zal ophouden te bestaan. Frankrijk en Duitsland zullen echt niet vertrekken.”
De EU is na een ‘Brixit’ geen winnend team meer. Is Europa dan over zijn hoogtepunt heen?
„Dat is zeker een ernstige bedreiging. Tegelijk weet ik dat het einde van de EU al vaak is voorspeld, en telkens komt er weer een stimulans. De val van de Muur in 1989 bijvoorbeeld.”
De laatste tijd spreekt niemand meer over uitbreiding van de Unie.
„Nee, de crisis vraagt alle energie. De toetreding van Kroatië gaat natuurlijk door. Maar voor de komende tien jaar is dat het dan. Eerst moet de eurozone goed functioneren. Bovendien heeft de toetreding van Bulgarije en Roemenië geleerd dat landen eerst moeten hervormen voordat ze toetreden.”
Brits vertrek uit Brussel doet pijn bij Obama
Het zou de Amerikanen stevig pijn doen als de Britten uit de Europese Unie stappen. De Verenigde Staten hebben de stem van Groot-Brittannië nodig om voor gedeelde belangen te vechten, zeggen twee deskundigen.
De dag voordat de Britse premier Cameron vorige week in Amsterdam zijn toespraak zou houden, werd hij gebeld door het Witte Huis. President Obama aan de lijn. Die herhaalde de boodschap die een Amerikaanse functionaris een week daarvoor al had afgegeven: laat de Britten alstublieft in de Europese Unie blijven.
Prof. Michael Cox van de London School of Economics (LSE) was verrast dat deze boodschap zo openlijk werd afgegeven. „De leiders bellen elkaar vaker dan we denken. Dat is geen nieuws. Maar nu bracht men dit bewust in de publiciteit. Amerika weet dat het met deze boodschap Camerons positie versterkt. Hij wil namelijk wel in de EU blijven.”
„Wat Washington zegt, telt mee in Londen”, vertelt Clara O’Donnell van het Amerikaanse Brookings Institute.
Zij werkt ook voor het Centre for European in Reform (CER) in Londen en weet zodoende dat Amerika dezelfde boodschap al langer via de stille diplomatie uitdraagt. „Deze openbaarheid is niet bedoeld voor de leiders, maar voor de troepen achter hen. Vooral de backbenchers van de Conservatieven zijn negatief over de EU. Op deze manier horen zij wat de VS denken.”
Volgens Cox hebben de Verenigde Staten Europa nooit uit het oog verloren. „Al vanaf de Eerste Wereldoorlog heeft Amerika grote belangstelling voor alles wat in Europa gebeurt. Na 1945 waren het de VS die de Europese integratie stimuleerden. Die geschiedenis zullen China en de andere opkomende machten in Azië nooit kunnen inhalen. De spil van de wereldhandel draait altijd nog tussen Amerika en Europa. De NAVO is het enige militaire bondgenootschap waar de Amerikanen deel van zijn. De Europese Unie bestaat bovendien uit democratieën. Dat praat veel makkelijker.”
Washington is volgens Cox „bezorgd” over de groeiende spanning in de Britse Conservatieve Partij rond Europa. „De Amerikanen waren in de jaren zestig groot voorstander van het Britse EU-lidmaatschap. Ze waren ook erg boos dat de Franse president De Gaulle daar aanvankelijk zijn veto over uitsprak, omdat de Britten het Amerikaanse paard van Troje zouden zijn.”
Cox wil niet zeggen dat De Gaulle gelijk had, maar de Britten en Amerikanen zijn het wel op veel punten eens. „Het was niet president Bush die de Italiaanse premier Berlusconi ervan overtuigde om mee te doen aan de inval in Irak, maar premier Blair. Voor de Amerikanen is het handig om vrienden te hebben die hetzelfde standpunt verwoorden. De VS kunnen dat ook zelf en daarom hebben ze in alle hoofdsteden grote ambassades. Maar supermachten willen nooit alleen staan.”
Volgens O’Donnell zijn de Amerikanen „gefrustreerd” over Europa. „Vooral de bezuinigingen op defensie storen hen. De militaire capaciteit van Europa is bezig te slinken. Dat maakt de Amerikanen zenuwachtig.”
Groot-Brittannië is daarin echter uitzondering. Dat is het enige land dat, ondanks bezuinigingen, een grote krijgsmacht op de been houdt. En zo zijn de Britten en Amerikanen het ook over veel andere zaken eens. „Daarom hopen de VS natuurlijk dat de Britten de EU kunnen beïnvloeden.”
Cox denkt dat de bijzondere band (”special relationship”) tussen Amerika en Engeland nog altijd actueel is. „Misschien is die niet meer zo sterk als tussen Thatcher en Reagan, of tussen Blair, Bush en Clinton. Obama is zeker geen natuurlijke atlanticus. Toch is die relatie er nog steeds. De gezamenlijke geschiedenis van beide volken valt niet uit te wissen. Ook voor de Britten is die band met Amerika belangrijk. Ze hebben tegenwoordig geen wereldrijk meer, maar wel een speciale band met het machtigste land ter wereld.”