In een vraaggesprek met de Spaanse zakenkrant Expansion zei Duisenberg te „bidden” dat de koersdaling van de dollar tijdelijk is. Een lage dollar leidt tot waardevermindering van de omzet die bedrijven maken in de Verenigde Staten, is slecht voor de export naar de VS en bedreigt het economische herstel.

Volgens Duisenberg is de daling van de dollar te wijten aan de Amerikaanse regering, die uiteindelijk niets anders rest dan ingrijpen. „De dollar is de munt van een land met een gigantisch tekort op de lopende rekening, bijna 5 procent van het bruto binnenlands product. Dat kun je je een, twee, misschien vijf jaar permitteren, maar op een gegeven moment moet er een aanpassing volgen. We hopen en bidden dat die langzaam en geleidelijk geschiedt.”

Met het interview geeft Duisenberg aan dat het onwaarschijnlijk is dat in Frankfurt, waar de ECB is gehuisvest, het besluit zal worden genomen massaal dollars te gaan kopen om zo de waardestijging van de euro af te remmen.

Een woordvoerder van de Europese bank ontkende deze strekking weer. „De ECB-president heeft zoals gebruikelijk geen enkel commentaar gegeven op een mogelijke interventie op de valutamarkt.” Duisenberg kreeg drie jaar geleden een storm van kritiek te verwerken toen hij in een vraaggesprek met de Britse krant The Times wat loslippig was over het interventiebeleid van de ECB op de valutamarkten. Een Frans parlementslid dreigde zelfs met een proces.

De Europese munteenheid steeg vorig week ten opzichte van de dollar tot 1,17, het hoogste niveau in drie maanden tijd. Veel valutadeskundigen sluiten een koers van de euro boven de 1,20 dollar niet uit. Maandag noteerde de euro iets lager op 1,16 dollar. Dat was echter vooral een gevolg van onverwacht gunstige maandcijfers vrijdag over de Amerikaanse arbeidsmarkt. Duisenberg maakt op 1 november plaats voor zijn opvolger, de Fransman Jean-Claude Trichet.