„Malinese leger schendt mensenrechten”
BAMAKO (ANP) – Twee weken na het begin van de Franse interventie in Mali zijn er berichten naar buiten gekomen dat het Malinese leger zich schuldig maakt aan ernstige schending van de mensenrechten. Het Malinese leger, dat zij aan zij met de Franse militairen vecht tegen extremistische rebellen, maakt zich volgens de mensenrechtenorganisatie FIDH schuldig aan standrechtelijke executies.
Het zou gaan om mensen die ervan worden verdacht banden te hebben met extremisten. Sommigen zouden zijn geëxecuteerd om het simpele feit dat ze geen identiteitspapieren hadden.
Anderen zouden volgens de mensenrechtenorganisatie zijn doodgeschoten, omdat zij tot een ‘verdachte’ bevolkingsgroep uit het noorden behoorden, zoals de Toearegs. De incidenten zouden zich onder meer in de omgeving van de stad Sévaré hebben afgespeeld.
Frankrijk besloot tot een interventie omdat islamitische radicalen die banden hebben hebben met al-Qaeda, de macht hadden gegrepen in het noorden en dreigden ook de rest van het land te veroveren.
Parijs maakt zich zorgen over dreigende etnische zuiveringen door het Malinese leger, dat vooral bestaat uit militairen die afkomstig zijn uit het zuiden van het Afrikaanse land.
„We moeten extreem waakzaam zijn. Frankrijk verwacht dat het Malinese leger zijn verantwoordelijkheid neemt om mensenrechtenschendingen te voorkomen. Op het spel staat niets minder dan zijn eer. Afgezien van diegenen die samen met de islamisten tegen de Malinese staat vechten, zijn de Toearegs onze vrienden. Zij zijn net als alle anderen Malinezen”, zei de Franse minister Jean-Yves Le Drian van Defensie woensdag.
Intussen zouden de jihadisten van de strijdgroep Ansar Dine in Mali onderling verdeeld zijn geraakt. Het lijkt erop dat er een afsplitsing is ontstaan die zich Islamitische Beweging van Azawad noemt en over vrede wil praten. In een naar buiten gebrachte verklaring staat dat deze groepering geheel uit Malinezen bestaat en extremisme afwijst. De jihadisten gebruiken de naam Azawad voor Noord-Mali.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag riep Nederlanders in de Libische stad Benghazi en het gebied daar ten oosten op te vertrekken. Hier dreigen mogelijke vergeldingsacties tegen westerse doelen wegens de Franse militaire interventie in Mali, aldus het departement donderdag. In het gebied zijn vier Nederlanders geregistreerd bij de ambassade. Het vermoeden bestaat dat er nog twee Nederlanders in de regio verblijven.
Ook Groot-Brittannië en Duitsland hebben hun onderdanen opgeroepen Benghazi zo snel mogelijk te verlaten. De Maltese luchtvaartmaatschappij Air Malta heeft donderdag de vluchten naar de stad in Oost-Libië geannuleerd. Tussen Malta en Libië bestaan nauwe banden.