Vanwege de economische crisis en hogere olieprijzen worden schepen zuiniger ingezet, waardoor hun brandstofverbruik afneemt. „Grotere rederijen plannen hun schepen voller, zodat er minder schepen nodig zijn om meer te vervoeren”, verklaart een woordvoerder. Hij wijst er ook op dat een schip bij 30 procent minder snelheid, slechts de helft van zijn normale brandstof nodig heeft. „Bij een gebruik van 250 tot 300 ton per etmaal, tegen een prijs van 600 dollar per ton scheelt dat veel”, aldus de zegsman.

Naast Singapore geldt de Rotterdamse haven nog steeds als de grootste en goedkoopste bunkerhaven ter wereld. Via kleine scheepjes wordt stookolie uit Rusland geïmporteerd, die vervolgens hier in de brandstoftank van grote zeestomers wordt gepompt. Tot voor kort lieten schepen hun tank vaak alleen in Rotterdam en in het Verre Oosten vollopen. Voor langzaam varende zeeschepen is het echter efficiënter om de brandstof meer gespreid, dus ook onderweg, in te slaan.