De zaak draait om de vermissing van Michael de Vrieze (45) uit Burum. De schaker verdween in april 2010 spoorloos. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden.

Volgens de rechtbank moet Cafer G. zijn huisgenoot De Vrieze wel om het leven hebben gebracht. Andere scenario’s zoals zelfmoord of een natuurlijke dood zijn niet aannemelijk. In de gezamenlijke woning werden uitgesmeerde bloedsporen gevonden. Bovendien plunderde G. na de verdwijning de bankrekening van het slachtoffer. De rechtbank vindt het ook gek dat hij nooit contact zocht met zijn verdwenen huisgenoot.

Het is aannemelijk dat het slachtoffer op gewelddadige wijze om het leven is gebracht in zijn eigen woning, vinden de rechters. G. was de enige medebewoner die vervolgens de tijd en gelegenheid had om het lichaam weg te maken en de bloedsporen op te ruimen. Zijn eigen verklaringen bij de politie zijn bovendien tegenstrijdig.

Uit die verklaringen bleek volgens de rechters wel dat hij uit was op het geld van De Vrieze. De rechtbank neemt het hem verder buitengewoon kwalijk dat hij met het wegmaken van het lichaam familie en vrienden het recht op een waardig afscheid heeft ontnomen.