Wijsheid is in Singapore met de jaren gekomen. In de jaren 60, na de onafhankelijkheid, was de eerste zorg van toenmalig premier Lee Kuan Yew om de groeiende bevolking fatsoenlijk te huisvesten. In die tijd was behoud van oude, maar verkrotte huizen geen prioriteit en een belangrijk deel van onder meer Chinatown moest wijken. Pas 30 jaar later, toen de ergste nood was geledigd, kwam er ruimte voor restauratie en renovatie. En voor inspraak van de bewoners bij de ontwikkeling en planning van hun dichtbevolkte stad-staat: 5 miljoen inwoners samengepakt op 710 km2.

Singapore moet wel innovatief en creatief zijn, zo leerden de koninklijke bezoekers vervolgens in de Singapore City Gallery waar de toekomstplannen een gezicht zijn gegeven. De ruimte is beperkt. Singapore is een eiland en kan geen kant uit. De mogelijkheden tot verdere landwinning zijn beperkt, en er moet een balans worden gevonden tussen de behoefte aan natuurbehoud, huizen, kantoren, ruimte voor publiek transport, groen en recreatie. Daarbij is ook nog eens de eis gesteld dat alles duurzaam moet zijn.

Een complexe opgave, zo begreep het gezelschap dat in eigen land bekend is met soortgelijke dilemma’s en problemen. Hulp uit Nederland is daarom welkom in Singapore en Nederlandse architectenbureau’s zijn er al werkzaam. Niet gek dus dat een deel van de uitleg werd gegeven door de Nederlandse architect B. van Berkel.