Economie

Brussel moet regels giftenaftrek beoordelen

Belastingplichtigen kunnen een extra aftrek in de aangifte inkomstenbelasting claimen indien zij na 1 januari 2012 een gift hebben gedaan aan een culturele instelling. Via een zogenaamde ”multiplier” wordt het bedrag voor de giftenaftrek met 25 procent verhoogd tot een maximum van 1250 euro.

Bram Cornelissen
24 January 2013 09:24Gewijzigd op 15 November 2020 01:31
beeld ANP
beeld ANP

De regeling is echter mogelijk in strijd met Europees recht. De Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van Financiën dan ook op 28 december om opheldering gevraagd. Kunnen belastingplichtigen een extra giftenaftrek in de aangifte 2012 opnemen?

Giften zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar van de inkomstenbelasting. Een belastingplichtige zal allereerst moeten beoordelen of de gift is verstrekt aan een ”algemeen nut beogende instelling” (ANBI) of ”sociaal belang behartigende instelling” (SBBI). Belastingplichtigen kunnen via de website van de Belastingdienst nagaan of een instelling een ANBI-status heeft. Voor SBBI’s is dat niet na te gaan. Sport- en muziekverenigingen kwalificeren zich veelal als SBBI.

Een eenmalige gift aan een ANBI is aftrekbaar als de gift minimaal 60 euro bedraagt of meer dan 1 procent van het verzamelinkomen (het inkomen uit de boxen 1 tot en met 3). Daarnaast geldt de voorwaarde dat maximaal 10 procent van het verzamelinkomen in aftrek mag worden gebracht. Dit is echter anders als de belastingplichtige een periodieke gift doet aan de instelling. Die is integraal aftrekbaar. Er gelden in dat geval geen minimum- of maximumbedragen. Van een periodieke gift is sprake als de belastingplichtige bij notariële akte verklaart dat hij gedurende minimaal vijf jaren een gift zal doen.

Eenmalige giften aan SBBI’s zijn niet aftrekbaar, tenzij de gift wordt gedaan aan een steunstichting-SBBI. Dit is een stichting die voor een eenmalig doel is opgericht, bijvoorbeeld de viering van een jubileum. Periodieke giften aan een SBBI of een steunstichting-SBBI zijn integraal aftrekbaar onder dezelfde voorwaarden als die gelden bij de ANBI.

Kwalificeert een ANBI zich als ”culturele instelling” dan kan in de aangifte gebruik worden gemaakt van de eerder genoemde multiplier. Een indicatie voor het zijn van culturele instelling is of een instelling is aangesloten bij relevante brancheorganisaties of dat een instelling op grond van cultuurbeleid van Rijk, provincie of gemeente (inclusief publiek gefinancierde fondsen) in aanmerking komt voor subsidie. Instellingen die als culturele instelling zijn aangemerkt, worden door de Belastingdienst op de ANBI-lijst van een herkenningsteken voorzien.

Bij de totstandkoming van het wettelijk kader van de extra aftrekmogelijkheid is opgemerkt dat het bij cultuur moet gaan om het streven naar een hoogwaardig cultuuraanbod dat voor zo veel mogelijk mensen toegankelijk is. Cultuur is volgens het woordenboek „het geheel van geestelijke en fysieke voortbrengselen en verworvenheden van een gemeenschap.” Instellingen zijn bijvoorbeeld actief in beeldende kunst, bouwkunst, erfgoed (musea, monumenten, archieven), dans, film, letteren, muziek, muziektheater, theater, nieuwe media of vormgeving. Hieronder vallen bijvoorbeeld theatergroepen, schouwburgen, bibliotheken en musea.

Fiscale regels kunnen in strijd zijn met de algemene uitgangspunten van het Europees recht. Zo mag een regeling niet het vrije handelsverkeer tussen de lidstaten beperken. Ook mogen lidstaten geen regels invoeren die specifieke groepen bevoordelen. In dat geval kan er sprake zijn van staatssteun. Dit is anders als er een rechtvaardigingsgrond is op basis waarvan een specifieke groep toch mag worden bevoordeeld.

De extra aftrekmogelijkheid voor giften aan culturele instellingen kan in beginsel worden ervaren als een bevoordeling van een specifieke groep, namelijk de culturele sector. Omdat er echter twijfel bestaat over de vraag óf er een specifieke groep wordt bevoordeeld en over de rechtvaardiging van deze bevoordeling, is de regeling in oktober 2011 door de staatssecretaris van Financiën ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie.

In een reactie op de Kamervragen heeft de staatssecretaris op 18 januari geantwoord dat belastingplichtigen de extra aftrek gewoon kunnen claimen in de aangifte inkomstenbelasting 2012. Hij merkt op dat hij in 2013 een reactie van de Europese Commissie verwacht en deze „met vertrouwen tegemoet ziet.” Dat neemt niet weg dat een belastingplichtige bedacht moet zijn op een eventuele afwijzing door Brussel.

Als de Europese Commissie de regeling in strijd verklaart met Europees recht, is het mogelijk dat een belastingplichtige het genoten voordeel moet terugbetalen. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt, of dat de Nederlandse staat de rekening oppakt, is op dit moment niet duidelijk. De staatssecretaris heeft opgemerkt dat „met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur bezien zal worden welke maatregelen genomen kunnen worden.” Ik ga er daarbij van uit dat in belangrijke mate een rol zal spelen dat de belastingplichtige uiteindelijk niet de dupe mag worden van dit traject.

De auteur is werkzaam in de belastingadviespraktijk van PwC.

Meer over
Fiscaliteiten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer