Refojongeren en media
Een harde confrontatie met de werkelijkheid. Dat is de uitkomst van het onderzoek dat deze krant gehouden heeft onder 1198 leerlingen van reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs en daarnaast bij 234 jongeren uit het protestants-christelijk onderwijs.De enquête toont aan dat jongeren de moderne cultuur volledig accepteren. Sterker: zij drinken die met volle teugen in. Zo geeft bijna 60 procent van de jongeren toe vaak naar popmuziek te luisteren. Eenzelfde percentage kijkt geregeld naar een speelfilm via een dvd-speler of videorecorder.
Dat de moderne communicatiemiddelen grote invloed hebben op de jeugd van orthodox-protestantsen huize is al langer bekend. Ouders, leerkrachten en ambtsdragers beseffen dat hier inderdaad een probleem ligt. Bij de bezinning op dit probleem heeft de aandacht zich de laatste jaren vooral gericht op de risico’s van internet. Gegeven dat dit een nieuw medium is, valt dat goed te verklaren. Maar het gevaar bestaat dat daarmee de bezinning op het gebruik van andere communicatiemiddelen op de achtergrond raakt, terwijl de ontwikkelingen op dat terrein doorgaan.
Dat er jongeren zijn die bladen met discutabele inhoud lezen en naar popmuziek luisteren, is op zich geen nieuws. Dat film en televisie aantrekkingskracht hebben op de reformatorische jeugd, weten ouders ook wel. Daar waarschuwen opvoeders en ambtsdragers tegen. Daarom hebben bijvoorbeeld verschillende kerken tv-bezit censurabel gesteld.
De vraag is of kerken het daarmee redden. Uit het RD-onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. Bij jongeren uit kerkverbanden die duidelijke regels hebben voor het gebruik van televisie, is er een behoorlijk deel dat desondanks geregeld achter het scherm zit. Het waarschuwen heeft dus weinig effect. Daarbij komt dat moderne middelen als video’s en dvd’s het de gebruiker makkelijker maken om tamelijk onopvallend films te bekijken.
Jongeren geven in openhartige gesprekken met deze krant eerlijk toe dat de meeste ouders geen idee hebben wat hun kinderen lezen, beluisteren en bekijken. Om die reden brengen we vanaf vandaag welbewust een serie artikelen waarin we opvoeders confronteren met de mediaconsumptie van hun kroost. Ook dat is een harde confrontatie met de werkelijkheid.
Deze krant heeft in het verleden geregeld gewaarschuwd voor ondoordacht gebruik van de media. Vanwege de ernst van de situatie willen we nu -bij uitzondering- lezers rechttoe, rechtaan laten zien wat jongeren consumeren. Opdat daar een open gesprek met de jongeren over gevoerd kan worden. Veel vaders en moeders denken nog dat de onthutsende cijfers wel voor de refojongeren gelden, maar niet voor hun kind.
De gedachte dat een krantenverslag van een radio-uitzending, de beschrijving van de inhoud van een film of van een blad jongeren op het idee zou brengen ook eens aan deze dingen te ruiken, is naïef. Iedere refojongere kent deze geur al. Door lezers met deze serie te confronteren willen we het belang van een andere welriekende geur onderstrepen. Die kunnen ouders, opvoeders en ambtsdragers verspreiden door over het mediagebruik van hun kinderen het gesprek aan te gaan.
Media zijn de voertuigen van het moderne levensgevoel. Dat geven ook niet-christenen grif toe. Deze wereldse sfeer roept aanvankelijk bij jongeren nog schrik op. Gewenning legt de stem van het geweten in razend tempo het zwijgen op. „Voor een vloek in een film zet ik de tv niet meer uit”, vertelde een jongere. Uit statische gegevens blijkt dat deze omslag niet op de leeftijd van 15,16 jaar plaatsheeft, maar zo rond het twaalfde jaar. Juist daarom zal al vóór de overstap naar de middelbare school veel aandacht gegeven moeten worden aan het mediagebruik.