Eerste minimawinkel opent in Dordrecht
DORDRECHT – De eerste minimawinkel van Nederland –aan de Blekersdijk in Dordrecht– zal op 20 maart pas officieel de deuren openen. Maar nu al verdringen klanten zich op de stoep. „Er is ontzettend veel behoefte aan”, constateert Duc Ducardus, voorzitter van de stichting Minima en beheerder van de winkel.
De stichting bestaat ruim een jaar en is toe aan een volgende stap: de opening van een winkel. Tot nu toe was het alleen mogelijk artikelen te kopen via de website van de stichting. „Maar eigenlijk liep dat niet zo goed”, aldus Ducardus. „De doelgroep wist ons op internet maar slecht te vinden. Vandaar dat we blij zijn met deze winkel. Die valt veel meer op.”
Dat blijkt: hoewel de officiële opening nog twee maanden op zich laat wachten en het bord ”Te koop” nog aan de gevel prijkt, lopen klanten af en aan. „We zijn nog volop bezig met schoonmaken, opknappen en inrichten, maar als we aan het werk zijn, zijn we ook open. Dat is niet altijd het geval. Regelmatig worden we gebeld dat er klanten op de stoep staan. Maar als ik net op m’n gemak thuis m’n boterhammetje zit te eten, moeten ze toch echt even wachten.”
Het pand aan de Blekersdijk, aan de rand van de Dordtse binnenstad, is beschikbaar gesteld door Rudi van Hees, eigenaar van een verhuisbedrijf. „Sinds een jaar of zes is het pand ons eigendom. We hebben het opgeknapt. Kopers en huurders stonden niet in de rij, dus ik deed er niks mee”, zegt Van Hees. „Ik heb al eerder samengewerkt met de stichting Minima. Ze doet goed werk. Ze heeft het niet breed, moet de kosten zo laag mogelijk houden, vandaar dat ik ze deze kans geef. Die mensen verdienen dat.”
Van Hees is daarmee direct hoofdsponsor van de stichting. Een buitenkansje voor Ducardus en Bea Burgemeester, medebestuurslid van Minima en initiatiefneemster van de winkel. „We wilden dit al zo lang. Deze kans hebben we dan ook met beide handen aangegrepen.”
Het pand oogt vanbinnen als een ouderwetse winkel van Sinkel. „Het heeft wel iets weg van een kringloopwinkel”, bevestigt Ducardus, die zelf werkloos is en de winkel als vrijwilliger draaiende houdt. „We hebben vooral veel kleine spullen. Huishoudelijke artikelen, lampen, kleding, speelgoed, boeken, noem maar op. We krijgen alles gratis. Van bedrijven of particulieren. We halen de spullen op of mensen brengen ze zelf. Laatst kwam er iemand uit Rotterdam. Die leverde een heel aantal dozen met nieuwe kleren af. De hangertjes zaten er nog bij. Waren we erg blij mee. We controleren of alles schoon en heel is en daarna komt het in de winkel.”
Over de doelgroep laat Ducardus geen enkel misverstand bestaan. „De minima. Eigenlijk willen we ons alleen op hen richten. Daar is deze winkel in de eerste plaats voor bedoeld. We willen ze voor weinig geld aan spullen helpen die ze dagelijks nodig hebben. Die groep heeft bijna niks te besteden. Hun aantal neemt in de crisistijd alleen nog toe. Er komt steeds meer armoede onder de bevolking. Daarom rekenen we bodemprijzen. We zitten zo’n 75 procent onder de prijzen van de kringloopwinkel.”
In de opstartfase blijkt het echter lastig om het ideaal –verkoop louter aan minima– te halen. „We hebben onze vaste lasten en zijn hard op zoek naar meer sponsors en donateurs. We hebben nu inkomsten nodig, en dat is de reden dat ook mensen met een gevulde portemonnee hartelijk welkom zijn. Alleen betalen die wel wat meer dan de minima. Hoewel: ook dan zijn we nog 25 procent goedkoper dan de kringloop.”
Als het aan Ducardus ligt, breidt de stichting haar activiteiten nog verder uit. „Maar eerst willen we van de winkel een succes maken.” In maart heeft de officiële opening plaats. „Door SP-leider Roemer. Dat zorgt voor publiciteit. Hopelijk levert dat ook weer nieuwe giften en sponsors op. Want daar blijven we van afhankelijk.”