Boeing begon rond het begin van het nieuwe millennium te werken aan een nieuw toestel voor de lange afstand. In 2003 kreeg het project de naam Dreamliner en in het voorjaar van 2004 was All Nippon Airways (ANA) uit Japan de eerste luchtvaartmaatschappij die een order plaatste.

De Amerikaanse vliegtuigbouwer prees de Dreamliner aan als een innovatief, licht en energiezuinig toestel dat ook nog eens comfortabeler zou zijn voor passagiers dan zijn voorgangers. Door het gebruik van composieten is het toestel lichter dan andere toestellen met een vergelijkbare omvang en actieradius.

Dat was precies waar de luchtvaartbranche, die al jaren kampt met hoge brandstofprijzen en tegenvallende passagiersaantallen, op zat te wachten. De bestellingen stroomden dan ook binnen, zeker nadat Boeing zijn nieuwste paradepaardje in de zomer van 2007 voor het eerst aan het publiek had getoond.

Het totale aantal orders voor de Dreamliner nadert inmiddels de 900. Er zijn tot dusver 49 exemplaren afgeleverd bij klanten, die overigens overwegend erg tevreden zijn over de prestaties van het toestel. Air France-KLM neemt de eerste van 25 bestelde Dreamliners waarschijnlijk in 2015 in ontvangst.

Zo soepel als de verkoop van de Dreamliner gaat, zo stroef verliepen de ontwikkeling, de testfase en de uiteindelijke productie. Tegenvallers stapelden zich op en het zou tot eind september 2011 duren voordat ANA eindelijk de eerste Dreamliner in ontvangst kon nemen. Dat was 3,5 jaar later dan oorspronkelijk de bedoeling was.