Lijn CPB-directeur Teulings was niet die van het kabinet
DEN HAAG – Toen Teulings aantrad bij het CPB was er de angst dat hij te veel de oren zou laten hangen naar ‘zijn’ PvdA. Pijnlijk was echter dat juist die partij, vooral sinds de toetreding tot het kabinet, de oren sloot voor zijn adviezen.
Formeel treedt Coenraad Nicolaas Teulings (54) dit jaar af omdat hij aan het einde komt van zijn termijn van zeven jaar. Sinds kort kunnen topmanagers van de algemene bestuursdienst van de rijksoverheid nu eenmaal niet langer worden benoemd dan die periode.
„In de regel”, zo meldt het voorschrift althans. En daarom prangt toch de vraag of het kabinet de termijn van Teulings niet had kúnnen verlengen. Immers, zeker sinds de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 lijken regels er vooral om gebroken te worden. Om enige rust te brengen in de beleidsanalyse in deze zeer turbulente tijd van welhaast permanente economische en politieke crisis was dat niet eens zo opvallend geweest.
Hoe het ook zij: het kabinet zal waarschijnlijk niet lang treuren om het vertrek van de arbeidseconoom; alle lovende reacties van gisteren ten spijt. Daarvoor week de ”lijn-Teulings” de afgelopen maanden te veel af van die van het kabinet.
Was Teulings bij zijn aantreden nog terughoudend en voorzichtig –om iedere schijn van politieke partijdigheid te vermijden–, de laatste maanden liet hij die houding meer en meer varen. Waren beleidskeuzes aanvankelijk altijd „aan de politiek” en gaf Teulings slechts „de diverse opties weer”, in toenemende mate gaf de kleinzoon van voormalig vicepremier Frans Teulings (KVP) er blijk van de keuze van het kabinet om naast langetermijnhervormingen óók op de korte termijn fors te bezuinigen en de lasten te verhogen, niet te steunen. In de ogen van Teulings leidt rigoureus bezuinigen tot grote schade in de economie en duwt dit Nederland alleen maar dieper in een recessie.
De eerste keer dat Teulings die steen in de vijver wierp was begin 2012 in een opiniestuk in de Britse zakenkrant The Financial Times. In kranteninterviews en op televisie zou hij dergelijke taal nog regelmatig herhalen.
Zijn woorden bleken echter aan dovemansoren gericht. Opgeteld komen de ombuigingen van Rutte I, de partijen van het Kunduzakkoord en Rutte II van 2011 tot 2017 uit op een ongekend bedrag van 46 miljard euro, ofwel meer dan 7,5 procent van het bbp.
De waarschuwende woorden van Teulings vormden daarmee steeds meer een dissonant bij het gevoerde regeringsbeleid. Dat riep soms ook weerstand op. Zette De Jager als minister van Financiën de waarschuwingen van Teulings al weg als „prematuur”, de onlangs aangetreden PvdA-bewindsman Dijsselbloem deed dat afgelopen maand dunnetjes over door diens opmerkingen af te doen als „een politiek oordeel.” Dat was opmerkelijk, júist omdat de PvdA in de oppositie tijdens Rutte I nog onomwonden stelde –in de woorden van leider Samsom– geen „financiële radslag” te willen maken, puur om aan de begrotingseisen van Brussel te voldoen. Maatregelen waren er vooral nodig om te groeien, niet zozeer om te snoeien. In het huidige kabinet conformeert echter ook de PvdA zich aan de miljardenbezuinigingen, een forse btw-verhoging incluis.
Door het kabinet niet alleen de getallen aan te leveren, maar in de media ook duidelijkheid te verschaffen over de door hem gewenste koers, week Teulings duidelijk af van zijn voorganger, Henk Don, die van 1994 tot 2006 de scepter zwaaide op de CPB-burelen en van wie niemand ook maar enig idee had tot welke partij hij behoorde.
Maar ook op andere terreinen verzette Teulings de bakens. Waar burgers het CPB tot dan toe vooral kenden van doorrekeningen, was daar eind 2009 plots “De grote recessie”, een heus boek over de kredietcrisis waarin het CPB zich niet primair richtte op beleidsmakers, maar op een breed ”bol.com- publiek”. Nauwelijks een jaar later kwam daar een tweede boek bij over de crisis in de eurozone.
Kritiek op Teulings kwam er ook vanuit het CPB zelf. In de media stelden medewerkers dat het planbureau onder zijn leiding zijn traditionele taken zoals doorrekenen en ramen verwaarloosde en zich meer en meer ontpopte als een wetenschappelijk instituut.
Opgeteld was Teulings daarmee, zowel intern als extern, te weinig oncontroversieel om, ware dat al mogelijk geweest, überhaupt voor een extra termijn in aanmerking te komen.