Noorden voelt zich niet begrepen door kabinet
De commissarissen van de Koningin van de drie noordelijke provincies hebben de indruk dat het kabinet niet langer overtuigd is van nut en noodzaak van regionaal beleid. Zij zeiden dat donderdag na afloop van overleg met een groot deel van het kabinet.
Commissaris Alders van Groningen zei dat het gesprek bij hem herinneringen opriep aan 1996. Toen gooide toenmalig minister Wijers (Economische Zaken) de knuppel in het hoenderhok door te pleiten voor steun aan economisch kansrijke regio’s en niet aan de zwakke. De noordelijke provincies kwamen destijds in het geweer en later werd het Langman-akkoord gesloten. Op grond daarvan gaan miljarden naar het noorden.
Uitgerekend op de dag van het jaarlijkse overleg tussen het noorden en het kabinet over dat akkoord lekte donderdag een discussienota uit van het ministerie van Economische Zaken. Daarin staat dat Nederland de regio’s met de meeste economische potentie, genoemd wordt de as Amsterdam-Maastricht, zou moeten versterken en minder aandacht zou moeten geven aan het noorden. Commissaris Ter Beek van Drenthe zei donderdag aan het overleg de indruk te hebben overgehouden dat het noorden opnieuw alle overtuigingskracht nodig zal hebben in Den Haag.
De zorg van de noordelijke provincies wordt ook ingegeven door de Nederlandse inzet in de Europese Unie. Ons land wil af van het rondpompen van geld door Europa. Alders heeft daar vrede mee, als het geld dat zo wordt uitgespaard rechtstreeks wordt ingezet voor het noorden. Die toezegging deed staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) als voorzitter van het overleg niet.
Volgens Alders is daar alle reden toe. Uit de rapporten over de besteding van de zogeheten Langman-gelden komt naar voren, dat de subsidies goed worden besteed en dat het noorden de achterstand op de rest van het land aan het inlopen is. Voor een blijvende verbetering van de „economische structuur van het noorden” is nodig dat dit in een reeks van jaren wordt voortgezet. Anders dreigt volgens Alders „kapitaalvernietiging.”
De drie commissarissen verlieten Den Haag met gemengde gevoelens. Ze zijn bezorgd over de voortzetting van de steun na 2006, maar tevreden over de manier waarop het kabinet de afspraken nakomt voor de periode tot dat jaar. Ze toonden zich vooral ingenomen met toezeggingen van minister Veerman (Landbouw) en met de ferme toon waarop minister Peijs (Verkeer) zei zich aan de afspraken te willen houden. Bovendien wil staatssecretaris Rutte (Sociale Zaken) samen met de noordelijke provincies bezien hoe geld uit het Europees Sociaal Fonds rechtstreeks aan het noorden ten goede kan komen.