Nederlandse stemmen in het Shaare Zedekziekenhuis
JERUZALEM – Wie het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem bezoekt, loopt grote kans Nederlandse stemmen te horen. Jehuda Van Dyke: „Het was vanzelfsprekend dat we hierheen zouden gaan.”
RD-journalist Richard Donk liep een paar dagen mee in het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem. Vandaag: Nederlandse stemmen.
Jehuda Van Dyke is zijn pensioendatum allang gepasseerd. Toch is hij nog regelmatig in het Shaar Zedekziekenhuis in Jeruzalem te vinden. Hij was ooit de allereerste geriater in het hospitaal, en van zijn kunde wordt nog steeds gebruikgemaakt.
Van Dyke werd in Rotterdam geboren en zat tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar ondergedoken in de buurt van Vlaardingen. Zijn familie beschouwt hij als „in Nederland verwortelde Joden.”
Toch vestigde de Joodse arts zich in 1968 in Israël, nadat hij er eerder al een jaar had gestudeerd. „Mijn ouders waren overtuigde zionisten”, vertelt Van Dyke in zijn bescheiden kantoor in het ziekenhuis. „Belangrijker was echter de godsdienstige motivatie. Wij leven vanuit de goddelijke belofte dat het land Israël aan Abraham, Izak en Jakob is geschonken. Je kunt de Joodse religie alleen volledig onderhouden als je hier bent. Het was dus vanzelfsprekend dat we hierheen zouden gaan.”
Het medisch-ethisch klimaat in Israël beschouwt Van Dyke als „steeds seculierder.” „We worden met vragen geconfronteerd die vroeger niet aan de orde waren. Maar ik blijf erbij dat de Joodse wetten een antwoord op elke vraag bieden.”
Over de toekomstverwachting van Israël is Van Dyke positief. „Enerzijds denk je voortdurend: Zo moeilijk hebben we het nog nooit gehad. Aan de andere kant verwachten we elke dag de Messias. Dat is geen loze kreet. Want elk uur komen we dichter bij Zijn komst.”
„We zitten in een proces van verlossing”, vervolgt de Joodse medicus. „We hebben al zo veel existentiële crises doorgemaakt. Met Gods hulp zullen we erdoor komen. Het kan lang duren, maar ik zie in het land van onze vaderen wel een tendens ten goede.”
Erg verdrietig
Drie jaar na de emigratie van Jehuda Van Dyke maakte Amos van Praag (1953) de oversteek van Nederland naar het Heilige Land. Hij zwaait tegenwoordig de scepter over de afdeling interne geneeskunde in het Shaare Zedekziekenhuis.
Zijn ”aliyah” was niet zo vanzelfsprekend als die van Van Dyke. „Mijn ouders waren erg verdrietig dat ik naar Israël vertrok. Ze stonden huilend op Schiphol.”
„Zelfs in Israël vroegen ze me wat ik daar kwam doen”, vervolgt Van Praag. „In Nederland is toch geen antisemitisme? Pas later begreep ik dat zionisme als politieke ideologie alleen niet genoeg is als drijfveer om je hier te vestigen. Ten diepste is het religie die de band met het land Israël motiveert”, meent de Joodse arts. Toch duurde het tot 25 jaar na zijn emigratie tot Van Praag naar het Jodendom terugkeerde.
„Mijn vrouw raakte zwaar depressief. We beproefden elk middel, liepen zelfs bij alternatieve genezers. Tot ze bij een rabbijn terechtkwam en zich weer in de Joodse leer ging verdiepen. Korte tijd later was ze weer volledig gezond. Dat was voor mij een echte eye-opener.”
Van Praag stortte zich vanaf dat moment op het bestuderen van de Joodse traditie, begon een keppeltje te dragen en liet zijn baard staan. „Ik dacht vroeger altijd dat die oude boeken allemaal onzin waren. Inmiddels ben ik er wel achter dat die geleerden het nog niet zo gek hadden bekeken. De wijsheid en de psychologische diepte van hun geschriften treffen mij nog elke dag. En ik sta nog maar aan het begin.”
Dit is het vierde deel in een serie over het Shaare Zedekziekenhuis.