In de Belgische wet voor stichtingen staat dat een dergelijke organisatie geen geld mag uitkeren aan haar bestuurders. In de oprichtingsakte van de koningin staat echter dat ‘bestuurders en toekomstige bestuurders’ daarvoor wél in aanmerking komen.

Een ander deel van de akte omschrijft de gevolgen van een ontbinding. In dat geval gaat een deel van de middelen van de stichting naar een stichting ‘die de oprichtster in Spanje heeft gecreëerd op 5 oktober 1999’.

Philippe Verdonk, die meeschreef aan de wet voor stichtingen, zet zijn vraagtekens bij de akte. „Ik vraag me af of de rechter (die zich moet uitspreken over een ontbinding) het doorsluizen van het vermogen naar het buitenland zomaar zal aanvaarden.”