Stuk namaaknatuur helpt tegen overstroming
Een waterpark met eilandjes, wandelpaden, bruggetjes en rondzwemmende witte zwanen recht voor de deur. De bewoners van de Hengelose wijk ’t Genseler zijn er aardig op vooruitgegaan. Maar, welhaast typisch Nederlands: het gebied ligt ingeklemd tussen een snelweg en een spoorlijn. Recht eroverheen loopt bovendien een hoogspanningsleiding. En eigenlijk is het park vooral bedoeld als wateropvangvijver.
Het lijkt wel een kinderfeestje aan de rand van de wijk ’t Genseler. Suikerspinnen en popcorn zijn te krijgen bij een kraam, er wordt van alles met hoepels gedaan en veel kinderen hebben schmink op hun gezicht. Toch ging het er gisteren serieus aan toe, want niemand minder dan staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat opende het gloednieuwe waterpark ’t Genseler.
Het waterproject, dat formeel de naam draagt van ”retentiegebied Woolderbinnenbeek”, is onderdeel van het afwateringsplan voor de Bornse Beek. Die vormt de bovenloop van de Regge en is de belangrijkste afvoerader voor de steden Enschede, Hengelo en Borne. Het 60 hectare grote gebied, bestaande uit drie vijvers met daarin verschillende eilandjes, moet het regenwater opvangen uit de drie plaatsen. Dat werd tot op heden zo snel mogelijk via allerlei watergangen afgevoerd. Daardoor verdroogde niet alleen de ondergrond, maar nam ook de kans op ernstige hoogwaterproblemen toe.
Hoewel het er even op leek dat het waterschap Regge en Dinkel tientallen hectares landbouwgrond simpelweg onder water moest zetten, zorgde veelvuldig overleg ervoor dat er uiteindelijk een multifunctioneel park kwam. Dat vervult tegelijkertijd de functies van retentie-, natuur- en recreatiegebied. Zo zijn schelpenpaden aangelegd om op te wandelen, kunnen vogels ongestoord hun gang gaan in de enorme plassen en is er een haast naadloze overgang naar het groene gebied van landgoed Twickel.
Volgens projectleider Piet van Erp van het waterschap vormt de aanleg van het gebied een trendbreuk met de jarenlange gewoonte om watergangen te verbreden. „Als er meer water uit een bepaald gebied dreigde te komen, gingen we altijd sloten uitdiepen of breder maken. De nieuwe regels van de overheid schrijven echter voor dat er zoveel mogelijk water geborgen moet worden in de omgeving waar het vandaan komt. Daarmee voorkom je overlast elders in het land en ga je verdroging tegen. Vanuit het retentiegebied kan het grondwater namelijk gevoed worden.”
Het retentiegebied bij Hengelo voorkomt ook dat inwoners van het naburige Almelo en Vriezenveen natte voeten krijgen. Door de lage ligging lopen die plaatsen de grootste risico’s, meent de projectleider. „Louter en alleen het verbreden van sloten zou op termijn geen oplossing meer geweest zijn. Dan hadden we hier geheid een keer toestanden gekregen zoals vorig jaar in Oost-Europa.”
In tegenstelling tot andere retentiegebieden, zoals bij Gramsbergen, zal ’t Genseler zeer regelmatig overstromen. Dan komt ook een deel van het landgoed Twickel onder water te staan. Van Erp rekent erop dat het iedere vijf jaar wel een keer raak is. „Daar is rekening mee gehouden.” Bij de inrichting van het retentiegebied is bovendien aansluiting gezocht bij de omgeving. Zo heeft een landschapsarchitect op veel plaatsen houtwallen laten terugkeren. „Typisch iets van Twente”, aldus Van Erp. „Hoewel er sprake is van nieuwe natuur, zijn de kenmerken van het landschap behouden gebleven.”
De inrichting van het gebied bij Hengelo als park is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van onder meer de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Verkeer en Waterstaat. Projectleider Van Erp verwacht dat die ook in de toekomst geld beschikbaar blijven stellen voor deze projecten. Bezuinigen op waterberging is gewoon onmogelijk, meent hij. „Door de klimaatschommelingen zullen we in de toekomst veel vaker te maken krijgen met extreem droge, maar ook extreem natte situaties. Als er dan onvoldoende retentiegebieden zijn aangelegd, zullen veel mensen in hun eigen woonwijk met hun voeten in het water staan.”