Dat is de opvatting van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ), die daarover vandaag een advies heeft aangeboden aan minister Hoogervorst (Volksgezondheid).

Zeer specialistische behandelingen, zoals harttransplantaties, moeten volgens de RVZ in een beperkt aantal grote ziekenhuizen worden uitgevoerd. Chronische long- of reumapatiënten kunnen heel goed buiten het ziekenhuis worden behandeld, bijvoorbeeld in een wijkcentrum of wijkpoli.

„Per heli naar het hartcentrum, op de fiets naar de cardioloog”, vat de raad zijn mening samen in het rapport ”Marktconcentraties in de ziekenhuiszorg”. De opvattingen over voor- en nadelen van grote en kleine ziekenhuizen zijn achterhaald.

Volgens de RVZ leveren grote ziekenhuizen geen betere of slechtere zorg dan kleine of omgekeerd. Ze worden financieel ook niet geprikkeld om doelmatig te werken. En kleine ziekenhuizen lijken misschien vriendelijker voor de patiënt, maar zijn te klein om alles goed te kunnen doen.

Streekziekenhuizen moeten niet proberen om ingewikkelde behandelingen in eigen huis te hebben. Zulke behandelingen worden het best uitgevoerd door een specialist die geregeld patiënten met vergelijkbare problemen ziet, schrijft de RVZ. En deze specialisten werken niet in kleine ziekenhuizen.

Het gevolg is dat wat de RVZ betreft op termijn tientallen ziekenhuizen dicht kunnen. Als er veertig overblijven, is dat genoeg, zei voorzitter F. Sanders van de RVZ woensdagavond in televisieprogramma NOVA. Er zullen dan wel honderden kleine poliklinieken komen. Zo kunnen ook mensen op het platteland in de buurt terecht voor basiszorg.

Eerder pleitte de RVZ al voor meer concurrentie tussen ziekenhuizen. Privé-klinieken moeten zich makkelijker kunnen vestigen.