Syrische christenen vierden Kerst in angst
Op familiebezoek gaan en uitgebreid dineren: dat is wat Nederlanders deze kerstdagen het liefst gaan doen, bleek onlangs uit een onderzoek van de Protestantse Kerk in Nederland. Een kerkdienst zal de gemiddelde Nederlander niet bezoeken. Christenen in Syrië kunnen óf durven dat laatste vaak niet eens.
Angst typeert hun leven, zo meldde Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde kerk wereldwijd, vorige week. „Uit angst doelwit te worden van extremisten durven christenen in Syrië nauwelijks te laten zien dat ze Kerst vieren.”
Open Doors baseert zich op informatie van christenen uit de Syrische steden Damascus en Aleppo. „We bezoeken gezinnen in de stad en gezinnen die gevlucht zijn om hen te bemoedigen en bij te staan”, liet een voorganger in Damascus weten.
De burgeroorlog die al zo lang in Syrië woedt, biedt sowieso weinig mogelijkheden om Kerst te vieren, maar de angst om aangevallen te worden omdat ze iets van Kerst laten zien, maakt dat christenen zich helemaal gedeisd zullen houden, aldus Open Doors.
Christenen in Syrië zijn dit jaar steeds verder in de verdrukking gekomen, constateert de organisatie. Ze werden gezien als aanhangers van president Assad en vormden daardoor doelwit van geweld. „Ook trokken jihadisten Syrië binnen met een antichristelijke agenda, waardoor het leven voor christenen in het land vrijwel onmogelijk werd.” Tienduizenden Syrische christenen sloegen inmiddels op de vlucht.
Sober
Kerken in de hoofdstad Damascus houden met Kerst wel diensten, maar het zullen sobere bijeenkomsten zijn. „De hele stad rouwt om het verlies van familie en vrienden”, verklaarde een pastor in de Syrische hoofdstad. Zijn kerk richt zich onder meer op het bezoeken van gezinnen die in Damascus gebleven zijn, alsook vluchtelingen. „We richten ons op samenzijn en gebed. We proberen er voor anderen te zijn.”
Open Doors staat Syrische kerken bij in onder meer het verlenen van noodhulp en het geven van „traumacounseling.”
Ook vanuit andere steden in het land ontvangt de organisatie berichten dat Kerst dit jaar sober wordt gevierd vanwege de dreiging. „Het is niet zoals andere jaren”, stelde een voorganger in de noordelijke stad Aleppo. Speciale aandacht zal er in zijn kerk zijn voor kinderen, „voor hen is het belangrijk om wat positieve ervaringen op te doen.”
Syrische christenen vragen gebed voor hen en hun land. „Bid om kracht voor christenen die besluiten in Syrië te blijven”, verzochten de genoemde voorgangers Open Doors. „En bid dat christenen veilig samen kunnen komen met Kerst, dat de gedachte aan het Kind van Bethlehem dat kwam als het licht in de wereld hen zal sterken.”
Laatste discipelen
„Ik vrees dat er net zo’n exodus van christenen vanuit Syrië dreigt als uit Irak”, verklaart een Syrische man in het kerstnummer van het –seculiere– Duitse magazine Zeit. Hij was advocaat in Syrië. Zijn woning in Kamishli, van oorsprong een Syrisch-orthodoxe stad, heeft hij echter, met het complete familiebezit, moeten verlaten. „Een neef past op. Maar ook hij is christen en zal er waarschijnlijk niet lang meer blijven. Dan is alles verloren. Voor de familie is er dan geen weg terug meer.”
Onder de kop ”Die letzten Jünger” (De laatste discipelen) berichtte Zeit deze week uitgebreid over de situatie waarin christenen in het Midden-Oosten verkeren. Het christelijk magazine Pro citeerde vervolgens uitvoerig uit het artikel van de hand van de Duitse journalist en publicist Jörg Lau.
Oergemeente
„Voor verlichte kerkgangers in het Westen zal alleen al het begrip christenvervolging onaangenaam zijn”, schrijft Lau. „Maar er zijn werkelijk weer christenen die vanwege hun geloof het leven moeten laten.”
In Europa wordt het christendom geassocieerd met macht, rijkdom, imperialisme en kolonialisme, constateert hij. „Maar in het Midden-Oosten, bij de oudste plaatsen van hun religie, de historische plekken van de oergemeente, staan christenen momenteel onder druk, zijn ze kwetsbaar, zwak – en in gevaar.”
Zeit schrijft niet alleen over de situatie in Syrië. Het weekblad herinnert ook aan de bomaanslag die twee jaar geleden rond de jaarwisseling werd gepleegd voor de Tweeheiligenkerk in de Egyptische stad Alexandrië. Om 23.00 uur hadden zo’n 2000 koptische christenen zich verzameld in dit kerkgebouw, gewijd aan Markus en Petrus, om het nieuwe jaar te beginnen en God te danken. Om 00.20 uur, precies twee minuten voordat de dienstdoende priester de zegen zou uitspreken, ontplofte vlak voor het kerkgebouw een autobom van 100 kilo. Tweeëntwintig mensen kwamen bij de aanslag om het leven.
Levensidealen
Bijna had de 20-jarige Egyptenaar Fady M. –ook hij wil niet met zijn (volledige) naam worden vermeld– eveneens tot de slachtoffers behoord. Zijn linkerbeen werd verbrijzeld, aan zijn handen liep hij brandwonden op.
„Fady behoort tot de generatie van de revolutionairen op het Tahrirplein in Caïro: hij is actief op Facebook, beschikt over een smartphone en twittert. Zijn levensidealen onderscheiden zich in niets van die van andere 20-jarigen. Maar ze zullen niet in Egypte worden vervuld.”
Fady is christen en, schrijft Jörg Lau, „dagelijks worden er koptische christenen ontvoerd en kerken aangevallen. De nieuwste ontwikkeling is dat koptische intellectuelen vanwege blasfemie –godslastering– beschuldigd worden op het moment dat zij de islam bekritiseren.” Christelijke vrouwen die in het openbaar geen hoofddoek dragen, wordt meer dan eens het haar afgesneden.
Laus conclusie: christenen behoren tot de verliezers van de Arabische revoluties.
Velen van hen zullen Kerst dan ook anders doorbrengen dan de doorsnee-Nederlander.
Ranglijst christenvervolging
Jaarlijks publiceert Open Doors een ranglijst christenvervolging. Op die van 2012 (verschenen in januari) was Egypte gestegen van plek 19 naar plek 15. Syrië steeg van plaats 38 naar 36. Lange tijd gold dit land als een veilige haven voor christenen, onder wie vluchtelingen uit Irak. Inmiddels zijn Syrische christenen zelf in vluchtelingenkampen beland.
De nieuwe ranglijst christenvervolging verschijnt op 8 januari. Het zou niet verbazen als –in elk geval– Syrië daarop opnieuw een hogere positie heeft gekregen.