Ondernemers positiever over economie
Ondernemers van middelgrote bedrijven hebben de afgelopen maanden het vertrouwen in de economie enigszins herwonnen.
Directeuren zijn ten opzichte van een halfjaar geleden optimistischer geworden over de nieuwe opdrachten die ze verwachten en over hun winst en investeringen. Wel blijven de ondernemers somberen over de werkgelegenheid.
Dat blijkt uit een rondgang langs 400 directeuren, waarvan het onderzoeksbureau Motivaction vandaag de resultaten heeft gepresenteerd. De enquête is gehouden onder ondernemers in het middenbedrijf, met 20 tot 500 werknemers. Het onderzoek wordt tweemaal per jaar gehouden.
De betere stemming is te danken aan de berichten over economisch herstel in de Verenigde Staten, aldus Van Lanschot Bankiers. Ondernemers verwachten dat een verbetering in de wereldhandel ook de Nederlandse economie vlot zal trekken.
De geraadpleegde ondernemers zijn dan ook beduidend positiever over de Nederlandse economie dan een halfjaar terug. Twee op de vijf directeuren verwachten dat de economie de komende twaalf maanden aantrekt. Het optimisme is vooral te vinden bij de kleinere bedrijven. In maart hield slechts 13 procent van de directeuren rekening met een aantrekkende economie.
Binnen de eigen onderneming denkt 40 procent van de directeuren het komende jaar meer opdrachten binnen te halen. Daarmee is de stemming bij de ondernemers bijna gelijk aan die in september vorig jaar. Een halfjaar geleden kreeg het vertrouwen over de nieuwe orders een knauw.
De ondernemers zeggen wel dat ze pas over enkele maanden een verbetering in hun orderpositie voorzien. Over de opdrachten die de bedrijven op korte termijn zullen binnenhalen, blijven ze terughoudend. Uitzondering vormen bazen in de bouw, die tot september 2004 op minder orders rekenen.
Ook wat nieuwe investeringen betreft, zijn de bouwondernemers somberder gestemd dan de overige directeuren van middelgrote bedrijven. Gemiddeld rekent ruim eenderde van de ondernemers op extra investeringen; het percentage directeuren dat op een afname van nieuwe uitgaven rekent, is gedaald tot 22.
De directeuren denken dat hun vaste personeelsbestand de komende twaalf maanden met 1 procent zal slinken. In maart rekenden ze nog op een summiere groei. Ook zullen er 6 procent minder tijdelijke krachten nodig zijn, voorspellen ze.