Voor het eerst in maanden heeft het Syrische bewind daarmee een belangrijke hoeveelheid brandstof ontvangen, die het dringend nodig heeft voor zijn zware industrie en de strijdkrachten. Ook is de diesel nodig voor het opwekken van energie en de verwarming van huizen. Cagnoni wilde niet zeggen wie achter de leverantie zat. Ook is onduidelijk of het transport een schending is van de internationale sancties tegen het bewind van Assad. Cagnoni zei wel dat geen van de bij het transport betrokken bedrijven op een zwarte lijst van de Europese Unie staan.

Volgens Cagnoni ging het om ongeveer 42.000 ton diesel die bij de huidige marktprijzen een waarde heeft van ongeveer 40 miljoen dollar (ruim 30 miljoen euro). Het eerste schip, de Ottomana, was op 2 december geladen in de Russische stad Novorossiisk en kwam 5 dagen later aan in de Syrische havenstad Banias. Het tweede schip, de Barbarica, kwam het afgelopen weekeinde aan in Banias en lag daar maandagochtend nog steeds in een dok.