„Kunduz hebben we fout ingeschat”, zegt Sap. „Niets wees erop dat de weerstand in de partij zo heftig zou worden”. GroenLinks had de politietrainingsmissie in het noorden van Afghanistan in het verkiezingsprogramma staan, dus het „leek niet zo ingewikkeld”, blikt de inmiddels afgetreden Sap terug.

Ook zegt de oud-politica in het interview dat het geen strategische beslissing was om de missie te steunen. „Als we puur strategisch hadden gedacht, hadden we er überhaupt niet aan moeten beginnen”, aldus Sap. „Dan hadden we bij het aantreden van het door Wilders gedoogde kabinet moeten zeggen: we doen geen zaken met jullie, ook niet over de missie.”

Sap stelt echter „een door inhoud gedreven politica” te zijn. Afstand nemen van de missie doet ze niet. Wel is ze kritisch op het moment dat zij en haar partij kozen om de missie te steunen. Het eind van 2010 was volgens haar geen goed moment om het over te nemen van Halsema, juist omdat ze direct na haar aantreden werd geconfronteerd met het besluit over Kunduz.

Het besluit over de missie was naar buiten toe een goede start voor Sap als fractieleider, maar binnen GroenLinks zorgde het voor enorme verdeeldheid. In het voorjaar herpakte ze zich, toen GroenLinks na de val van het kabinet een belangrijke rol speelde bij het tot stand komen van het Lenteakkoord over de begroting van 2013.

Later in het jaar kampte de partij echter weer met oproer; onder meer over een publieke lijsttrekkersverkiezing, die onder druk van onder andere oud-Kamerlid Tofik Dibi werd gehouden. Toen de partij op 12 september zes van de tien zetels verloor, was de crisis voor Sap compleet. Op 5 oktober trad ze af.