Europees strijder voor landsbelang
Eigengereid, soms cynisch, maar tegelijkertijd een slimme topdiplomaat, die is gepokt en gemazeld in Europese zaken. Met de 65-jarige dr. Bernard Rudolf (Ben) Bot haalt premier Balkenende een zeer gekwalificeerde opvolger binnen voor minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken.
Bot is Europa in levende lijve. Vanaf 1992 was hij tien jaar lang Nederlands permanente vertegenwoordiger bij de EU, de hoogste diplomatieke post die ons land kent. In die functie loodste hij Nederland in 1997 door het voorzitterschap van de EU, een taak die ons land in de tweede helft van volgend jaar weer te wachten staat.
Zijn grote ervaring in Europa, zijn vele internationale contacten en zijn goede reputatie als onderhandelaar maken van Bot een zeer geschikte opvolger van minister De Hoop Scheffer, die aan het eind van dit jaar opstapt als minister. Per 1 januari 2004 treedt hij aan als secretaris-generaal van de NAVO.
Hoewel hij nooit kamerlid is geweest, heeft Bot wel politieke ervaring. Geregeld verving hij tijdens EU-vergaderingen de wegens binnenlandse politieke perikelen afwezige Nederlandse ministers. Binnenskamers maakte Bot er nooit een geheim van dat hij geen hoge pet op had van „de dames en heren politici.” Hij noemde ooit een bewindsman uit een groot Europees land „een dom uilskuiken.”
Bot zal als minister de internationaal nog onervaren Balkenende bijstaan als Nederland vanaf juli volgend jaar weer voorzitter is van de EU. De minister-president krijgt dan te maken met de heikele vraag of Europa met Turkije moet onderhandelen over toetreding van dat land tot de EU. De Turken staan te trappelen om lid te worden, maar zijn niet bepaald van harte welkom. Bot koestert warme gevoelens voor Turkije. Hij was er een aantal jaren ambassadeur en is ervan overtuigd dat het land een Europese roeping heeft. Wellicht kunnen zijn inzicht, kennis van de nodige personen en diplomatieke vaardigheden een goed compromis mogelijk maken.
Bots kennis komt eveneens van pas als in 2005 de onderhandelingen beginnen over de EU-meerjarenbegroting. Nederland wil zijn bijdrage aan de EU verminderen. Die taak is bij uitstek weggelegd voor Bot, die er in het verleden al in slaagde miljarden euro’s voor de Nederlandse schatkist te verdienen. Zo kwam hij op het idee om Flevoland als arme regio aan te duiden. Dat lijkt vreemd, maar het klopte volgens de EU-regels. De meeste inwoners van Flevoland verdienen hun geld buiten het gebied en dus maakt de provincie aanspraak op Europees geld.
Bot, weduwnaar en vader van drie kinderen, geldt als open, helder en waar nodig recht voor zijn raap. Hij staat eveneens bekend als eigengereid. De minister van Buitenlandse Zaken kreeg regelmatig te horen dat hij zijn man in Brussel beter in de hand moest houden. „Bot is wel diplomaat, maar kan tegelijkertijd ook bot zijn”, zei minister Hoogervorst van Volksgezondheid onlangs. „Hij is eigenzinnig, maar hij laat zich door niemand een oor aannaaien.”
De in 1937 te Batavia (in toenmalig Nederlands-Indië) geboren Bot begon na zijn studie rechten in Leiden, waar hij cum laude promoveerde, in 1964 als diplomaat in Brussel. Daarna volgden posten in Buenos Aires, Oost-Berlijn, Ankara en bij de NAVO in Brussel. Hij was drie jaar hoogste ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens streek hij definitief in Brussel neer. Tien jaar als permanent vertegenwoordiger voor Nederland, later als partner in het consultancybedrijf Praaning en Meines. In die functie lobbyde hij bij de EU voor onder andere TPG-Post en KPN.
Het scheelde niet veel of Bot was al eerder minister van Buitenlandse Zaken geworden. Zijn naam werd al genoemd tijdens de formatie van het eerste kabinet-Balkenende. De keus viel toen echter op De Hoop Scheffer. Nu is Bot dan wel aan de beurt. Door zijn laatste Haagse functie als secretaris-generaal bij Buitenlandse Zaken kent hij het ministerie goed. Het ministerschap is de ultieme en onverwachte bekroning voor de belangrijkste Nederlandse diplomaat. Hij is daarmee weer terug als dienaar van het publieke belang, een functie die hem volgens velen beter past dan zijn lobbywerk.
Zijn leeftijd hoeft geen hinderpaal te zijn voor de fysiek zeer zware functie van minister van Buitenlandse Zaken. Bot is een fanatiek wielerliefhebber en heeft een ijzersterke conditie. „Het mooie van fietsen is dat je er niet bij kunt nadenken”, zegt hij zelf over zijn hobby.
De workaholic, die jarenlang werkweken van zeventig uur maakte, blijft door het fietsen naar eigen zeggen scherp en fris. Dat zal hem als minister van Buitenlandse Zaken goed van pas komen in de hectische tijd die voor de deur staat.