Weekers overleeft Kamerdebat met gemak
DEN HAAG – Staatssecretaris Weekers zal best opgezien hebben tegen het Kamerdebat van donderdag, waarin hij aan de tand gevoeld werd over zijn connecties met de van corruptie verdachte liberaal Van Rey. Maar hij overleefde het debat met gemak. Zeker, hij had fouten gemaakt, gaf de VVD’er toe. Maar alleen kléíne fouten.
Het is een ijzeren wet in Den Haag: zolang een (meerderheids)coalitie een bewindsman steunt, is er voor hem geen vuiltje aan de lucht. Van die steun was donderdag overduidelijk sprake. Was in de media het beeld ontstaan dat de staatssecretaris van Financiën zijn vriend en partijgenoot Van Rey, ex-wethouder van Roermond, geholpen en bevoordeeld had in ruil voor sponsoring in natura van zijn verkiezingscampagne? VVD-Kamerlid Nepperus geloofde van die belangenverstrengeling geen snars. En koos unverfroren voor de tegenaanval. Dat andere partijen hier zó gemakkelijk een „integriteitskwestie” van maakten, vond zij uitermate kwalijk. „Met dat woord moeten wij als politici erg voorzichtig zijn.”
Belangrijker nog voor Weekers was de opstelling van de PvdA. Toen al uit de eerste woorden van Kamerlid Groot („Ik heb nergens een rokend pistool ontdekt”) bleek dat ook zijn coalitiegenoot hem het leven niet moeilijk wilde maken, kon de staatssecretaris opgelucht ademhalen.
Toch was het niet alléén de vooropgestelde steun van de coalitie die de Limburger donderdag soepel door het debat loodste. Even belangrijk was dat het de oppositie niet lukte voor het cruciale kritiekpunt, de schijn van belangenverstrengeling en vriendjespolitiek, overtuigende bewijzen aan te dragen.
Zeker, Van Rey is dit jaar op het ministerie van Financiën met egards ontvangen. Hij kreeg meteen een gesprek met de plaatsvervangend directeur-generaal. Maar, betoogde Weekers, donderdag zelfbewust, zo héél bijzonder is dat niet. „Er vinden veel vaker dit soort gesprekken met individuele burgers plaats.”
Daar komt bij dat de kwestie waarover Van Rey het departement had aangeschreven, er één was die betrekking had op algemeen beleid, namelijk over het dubbel betalen van overdrachtsbelasting door politici die hun bedrijf tijdelijk onderbrengen in een stichting.
Maar heeft Weekers zich dan niet persoonlijk met deze kwestie bemoeid? Hoe kan een ‘willekeurige’ wethouder anders zo snel op het ministerie worden ontvangen? De staatssecretaris ging donderdag niet verder dan dat hij „mogelijk via een telefoontje aan Van Rey de desbetreffende ambtenaar met hem in contact heeft gebracht.” Maar zoiets doet hij wel vaker.
Dat Van Rey hem ertoe gebracht zou hebben het belastingkantoor in Roermond niet te sluiten, klopt volgens Weekers evenmin. „Over die kwestie ís nog helemaal geen besluit genomen.”
Rest de zaak van de reclamezuil met daarop de beeltenis van Weekers, die door Van Rey is betaald. Dat, ja dát had de staatssecretaris, met de kennis van nu, beter niet kunnen laten gebeuren, gaf hij donderdag toe. Het was zijn enige mea culpa. Een onschuldige schuldbekentenis. Een kleine knieval, die het hem nóg gemakkelijker maakte de kritiek van de Kamer van zich af te schudden en zich weer op zijn normale werk, het in gang zetten en uitvoeren van wetgeving, te gaan richten.