Verdedigingswal tegen vikingen gevonden
In Deventer is een aarden verdedigingswal tegen de vikingen gevonden. De wal stamt uit omstreeks 900 na Christus en heeft een lengte van 2,5 kilometer. Archeologen noemen de vondst uniek.
Archeologen vonden de wal onder een huis dat onlangs is afgebroken, meldde de gemeente Deventer maandag. Omdat de woning geen kelder had, is de verdedigingswal intact gebleven. Onder de wal zijn sporen gevonden van een grote brand.
„Kerkelijke bronnen wijzen op een aanval van de vikingen in 882 na Christus. Daarna is de wal aangelegd”, zegt stadsarcheoloog M. Bartels. De 4,5 meter hoge wal bestaat uit graszoden en zandlagen. Voor de wal lag een gracht van 1,8 meter diepte.
In de elfde eeuw besloot de bevolking van Deventer de wal te verstevigen. Zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van de wal wierp men nieuwe aardlagen op. Mogelijk stond op de wal een muur van tufsteen, want in enkele lagen aan de binnenzijde zijn brokken metselspecie en complete tufstenen aangetroffen. De hele wal is met de hand opgeworpen, mogelijk met behulp van karren en draagbaren.
In het midden van de dertiende eeuw werd vermoedelijk boven op de wal de eerste stadsmuur gebouwd. Dit is op basis van de afwezigheid van diepe funderingen vastgesteld. Later, rond 1350, werd de tweede stadsmuur op ongeveer 15 meter afstand van de eerste muur gebouwd.
Beide stadsmuren verdwenen nadat rond 1630 de vesting om Deventer geheel was voltooid. De bakstenen van de stadsmuren werden gebruikt voor de huizenbouw aan de Smedenstraat.
Het is de tweede verdedigingswal rond een nederzetting uit die tijd die in Nederland is gevonden. Eerder werd een dergelijk verdedigingswerk in Zutphen ontdekt.