Koninklijk Huis

Máxima gelooft haar vader

Natuurlijk gelooft Máxima haar vader. Vrijdagavond zegt Máxima Zorreguieta tijdens een interview dat de NOS uitzendt, dat ze haar vader gelooft als hij zegt niets te hebben geweten van martelingen en verdwijningen in zijn land tijdens het regime waarin hij (onder)staatssecretaris was. Máxima toont zich daarin een echte Latijns-Amerikaanse dochter. Ze valt haar vader, van wie ze houdt, publiekelijk niet af.

Door Marie van Beijnum
17 January 2002 13:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:22

Het is daarom wel gissen wat ze werkelijk denkt. Tijdens een van de kennismakingstournees in Nederland moet Máxima ze hebben gezien, dat groepje demonstranten. Die eisten gerechtigheid en eerherstel en, belangrijk, opheldering over de duizenden vermisten in Argentinië. ”Dwaze Moeders van de Plaza de Mayo” stond er op hun witte spandoek. Wat heeft ze toen gedacht? Of heeft ze, in Brabant, stiekem haar vader gebeld en gevraagd: Pap, in vredesnaam, wie zijn dat, Dwaze Moeders?

„Waarom zou hij tegen mij liegen?”, vraagt Máxima zich in het interview af. Ja, waarom zou een vader tegenover de dochter geen leugentje om bestwil betrachten? Het lijkt er niet op dat Zorreguieta tegenover zijn dochters verklapt dat hij juist precies op de hoogte was van martelingen en verdwijningen toen hij nog in functie was. Zoiets ligt in Argentinië heel complex.

De vraag van Máxima is legitiem, maar ze steekt af tegen die van Zorreguieta’s oudste dochter Dolores en halfzus van Máxima. Dolores is mensenrechtenactiviste en nam wel afstand van het verleden van haar vader. Het is begrijpelijk dat Máxima door haar huwelijk in een moeilijk parket is gekomen. Zij moet gaan nadenken over het verleden van haar eigen land. Tot dusver, zo is gebleken, doen de jonge Argentijnen dat nauwelijks. Dat is te vergelijken met Nederland en Duitsland. Pas in de jaren zestig en zeventig gingen de Nederlanders en Duitsers zich afvragen wat hun ouders in de oorlog hadden gedaan. Dat leidde niet zelden tot pijnlijke confrontaties.

Erger is wellicht de uitlating van prins Willem-Alexander in datzelfde interview over het rapport van de Amsterdamse hoogleraar prof. dr. Michiel Baud. Of, eigenlijk is deze niet erg, maar menselijk. Hij neemt het op voor zijn bruid en haar familie. Maar hij laat wel een zekere ondeskundigheid zien. Niet alleen van de zaken in Argentinië, maar ook in die van het Nederlandse staatsrecht.

Baud deed voorafgaand aan de verloving onderzoek naar het verleden van Zorreguieta. Hij stelde vast dat Máxima’s vader wel op de hoogte moet zijn geweest van martelingen en verdwijningen. Dan zegt prins Willem-Alexander opeens dat dat Bauds mening is en dat daar andere tegenover staan. Die uitlating van de prins lijkt verrassend veel op een eerdere die hij in New York deed, vorig jaar tijdens een bezoek aan de VS. Toen de missie van Baud en oud-minister Van der Stoel bijna was geslaagd, dreigde de prins roet in het eten te gooien. Op een persconferentie in New York verwees hij de pers naar een ingezonden stuk van ex-dictator Jorge Videla in een krant. De prins oogstte een storm van protest en een gebelgde premier Kok verstopte tegenover Zijne Koninklijke Hoogheid zijn woede niet.

In Nederland is de minister-president verantwoordelijk voor de uitspraken van Hare Majesteit en daarvan afgeleid de prins van Oranje. Kok, die de conclusies van het rapport-Baud heeft onderschreven, en er zijn beleid op afstemde, zal dus niet blij zijn met de nieuwe uitlating van de prins. Die twijfelt kennelijk aan de inhoud van het rapport. Nu mag de prins juridisch gezien zeggen wat hij wil, net als de Koningin. Dat is lastig voor de minister-president, want hij is verantwoordelijk en wordt hierop aangesproken. Soms veroorzaken uitspraken van het staatshoofd c.q. de prins forse opwinding. Ook dit is een particuliere opvatting die de prins zich permitteert en waar de politiek mee in haar maag kan zitten. Zulke stormpjes gaan meestal weer snel liggen, tenzij er kamerleden vragen over gaan stellen. Dat valt in dit geval te verwachten van GroenLinks en de SP. Meestal beantwoordt de premier zulke vragen snel en diplomatiek. De prins had dit niet mogen zeggen of had het anders moeten zeggen en alles is nu eenmaal al in orde voor de bruiloft. Maar wanneer de premier de prinselijke uitlatingen niet langer voor zijn rekening kan nemen, moet hij opstappen. Zo ver komt het in Nederland nauwelijks. Nederland gaat eigenlijk heel coulant om met Oranje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer