NAAM: Mr. dr. J. T. van den Berg

ACHTERGROND: Tweede-Kamerlid voor de SGP sinds 1986.

ERVARING: Maakt als kamerlid zijn zestiende begrotingscyclus mee en behandelt voor de achtste keer de begroting van Buitenlandse Zaken. Voordien weinig ervaring met de buitenlandse politiek, die toen nog door Van Dis jr. namens de SGP werd becommentarieerd.

PLUSPUNTEN BEGROTING: „Wij vinden het als SGP-fractie positief dat minister Van Aartsen in deze begroting onze speciale relatie met de Verenigde Staten benadrukt. Die Atlantische verbondenheid beschouwen wij als een tegenwicht tegen een al te eenzijdig vertrouwen in het beleid van Europese integratie.

In de begroting wordt verder uitdrukkelijk gesproken over intensivering van de bilaterale relatie met Indonesië. Ook dat is een pluspunt, omdat het ons de mogelijkheid zou geven meer invloed uit te oefenen op de situatie in Irian en op de Molukken.

Ten slotte wil ik als pluspunt noemen dat deze begroting niet al te overspannen spreekt over de mogelijkheden van een klein land als Nederland in de wereldpolitiek. Dat is wel anders geweest toen Van Mierlo nog minister was. Een zekere bescheidenheid is gepast.”

MINPUNTEN BEGROTING: „Nederland loopt wat mij betreft veel te hard bij het ontwikkelen van het Europees veiligheids- en defensiebeleid. Daarvan heeft het kabinet veel te overspannen verwachtingen. Bovendien gaat het ten koste van de nationale soevereiniteit. Daar dient de zwaardmacht te blijven liggen. Samenwerken kan binnen de NAVO.

Wat mij bijzonder stoort, is dat er in deze begroting geen enkele aandacht wordt geschonken aan het negatieve imago dat Nederland internationaal inmiddels heeft. Onze ethische besluitvorming over zaken als homohuwelijk en euthanasie heeft geresulteerd in een visitekaartje waarvoor ik mij diep schaam. Maar daarover lees je niets in de begroting. Nederland blijft als einzelgänger maar doordraven. Het kabinet wil de besluiten zelfs met verve uitdragen.”

AMBITIE: „In deze begroting zijn de terroristische aanslagen van 11 september nog niet verwerkt. Toch zullen die deze week veelvuldig aan de orde komen, want ze hebben de fronten van de buitenlandse politiek ingrijpend veranderd. Persoonlijk wil ik proberen de gebeurtenissen van 11 september te plaatsen in het licht van wat Gods Woord zegt over ontwikkelingen in de eindtijd. Verder wil ik benadrukken hoe belangrijk het op dit moment is om solidair te zijn met de Verenigde Staten. Dat mag, als het erop aankomt, niet bij woorden blijven.

Ik wil ook onze bijzondere verbondenheid met Israël benadrukken. Israël dreigt het slachtoffer te worden van de brede internationale coalitie tegen het terrorisme. Dat mag het kabinet niet toelaten.”

INSCHATTING: „Ik verwacht dat de internationale veiligheid prominent aan de orde zal komen. Daarnaast denk ik dat uitgebreid zal worden gesproken over verdere Europese samenwerking in de toekomst.”

CIJFER VOOR MINISTER: „Ik geef Van Aartsen een zeven. Zijn Atlantische gerichtheid heb ik al geprezen. Verder heeft hij altijd opengestaan voor signalen over christenvervolging en heeft hij zich niet laten verleiden tot buitensporige Europese gedachtespinsels. Daar staat tegenover dat hij ten opzichte van Israël veel positiever is begonnen dan hij nu is.”

TOEKOMSTSLOGAN VOOR BUITENLANDSE ZAKEN: „Slogans zijn niet mijn stijl, maar heel simpel kan ik dit zeggen: Nederland moet vanuit zijn historische identiteit en eigen soevereiniteit bijdragen aan de publieke gerechtigheid in de wereld, zonder daarin op te gaan.”