Landen rammelen aan ontwerp–grondwet EU
Enkele kleine EU–landen onder leiding van Finland en Oostenrijk willen dat de ontwerp–grondwet voor de Europese Unie op enkele fundamentele punten wordt veranderd. Ze eisen dat ook in de toekomst elk EU–land een volwaardig lid mag leveren voor de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU.
Finland en Oostenrijk brachten dit punt maandag ter tafel bij een vergadering van Europese ministers van Buitenlandse Zaken, aldus staatssecretaris Nicolaï (Europese Zaken). Volgens hem kregen ze „matig bijval" van enkele andere landen voor hun pleidooi.
De nieuwe Europese grondwet regelt de verdeling van de macht. De Nederlandse regering beschouwt de ontwerptekst, waarover de Europese Conventie (een internationale werkgroep) meer dan een jaar aan heeft gewerkt, als een goede balans tussen zeggenschap voor Brussel en inspraak van de regeringen van de verschillende EU–landen.
Er staat onder meer in dat niet langer elk land een commissaris met stemrecht mag leveren. Finland en Oostenrijk menen dat de Commissie en dus ’Brussel’ daardoor te weinig gewicht krijgt. De macht zou verschuiven naar de vergaderingen van ministers, waar de grote landen veel invloed hebben.
Nicolaï wil echter om een ’tactische reden’ niet morrelen aan de tekst. „Anders krijgen we misschien een nog slechter voorstel", redeneert hij. Bovendien zou de slagvaardigheid van de Commissie in het gedrang komen als ieder land een lid mag leveren. De Unie wordt immers steeds groter.
Evenmin wil Nederland de discussie over de ’president van de EU’ heropenen. Finland en Oostenrijk denken dat deze nieuwe functie vooral in het voordeel van de grote landen is en willen daarom de bevoegdheden van de president zoveel mogelijk aan banden leggen. Nicolaï: „Op papier zijn die al heel ingeperkt. Als je die discussie opent, kunnen de bevoegdheden ook verruimd worden."
Zaterdag zijn de regeringsleiders onder wie premier Balkenende in Rome bijeen om de officiële onderhandelingen over de grondwet te beginnen. Dan wordt volgens Nicolaï duidelijk over hoeveel punten de EU–chefs willen onderhandelen en op welke terreinen ze onverkort vasthouden aan de ontwerptekst.
Voor Nederland is het behoud van het vetorecht voor de Europese meerjarenbegroting belangrijk. Nederland is met afstand de grootste betaler aan de Brusselse potten. „We moeten voorkomen dat dat de pan uit rijst", vindt Nicolaï. Het is niet de bedoeling dat Nederland om de haverklap een veto uitspreekt bij de onderhandelingen. „Maar het geeft wel meer grond onder de voeten, je hebt een sterkere onderhandelingspositie."