Volgens haar staat de deur naar internationale samenwerking „al wagenwijd open”. Ze zal het traject dat is ingezet door haar voorganger Hans Hillen doorzetten, maar ook „verbreden en verdiepen”. Internationale samenwerking is volgens haar een pure noodzaak en „de enige weg voorwaarts”.

Ze zet in op meer samenwerking binnen de Benelux en met Duitsland. Ook wil ze kijken hoe de band met Noorwegen en Denemarken kan worden aangehaald. In haar toekomstvisie op de krijgsmacht die eind volgend jaar gereed moet zijn, krijgt samenwerking binnen de EU en de NAVO een „duidelijke rol”.

In die visie zal ze ingaan op het toekomstige ambitieniveau van de krijgsmacht. Ze waarschuwde alvast wel dat die ambitie moet passen bij de middelen die haar departement ter beschikking staan. Anders krijg je luchtkastelen, stelde de minister.

Defensie hoeft in deze tijden van economische crisis in elk geval niet te rekenen op meer geld, maakte ze duidelijk. Ze herhaalde dat ze haar „uiterste best” zal doen om de troepen te sparen voor de beperkte bezuinigingen die zijn opgelegd door dit kabinet.

De Tweede Kamer moet zich volgens haar kunnen herkennen in het toekomstbeeld dat ze gaat schetsen. Ze wil hiervoor zo’n groot mogelijk draagvlak. Raymond Knops van het CDA zei teleurgesteld te zijn te moeten wachten tot eind 2013 op de visie, terwijl Jasper van Dijk (SP) vreest dat de visie dan al is „dichtgetimmerd” en de Kamer er geen invloed meer op zal hebben. Maar volgens de minister krijgt de Kamer nog voldoende mogelijkheden tijdens debatten om haar mening te geven op de visie.