Meer landelijke aansturing van politie
De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie krijgen meer zeggenschap over de regionale politiekorpsen. De 25 burgemeesters, die korpsbeheerder zijn, moeten in de toekomst niet langer verantwoording afleggen tegenover hun collega-burgemeesters in de politieregio en de hoofdofficier van justitie, maar tegenover de bewindslieden.
Dat heeft het kabinet vrijdag besloten op voorstel van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, Remkes en Donner. Op dit moment functioneren de politieregio’s als zelfstandige eilandjes. Het kabinet vindt dat geen goede zaak. De regering wil de regionale politie beter kunnen aansturen.
De bewindslieden zijn van plan om hoofdlijnen van beleid vast te stellen voor de politie, die de korpsbeheerders in hun regio moeten uitwerken. Te denken valt aan een verbetering van de informatie- en communicatietechnologie. De politieregio’s kunnen door hun verschillende computersystemen moeilijk met elkaar communiceren. Ook kunnen de bewindslieden de burgemeesters aanwijzingen geven over de manier waarop ze om moeten gaan met veelplegers, het aantal boetes dat uitgedeeld moet worden of het aantal verdachten dat de politie bij de officier van justitie moet aanmelden.
In de nieuwe situatie krijgen de bewindslieden verder de mogelijkheid om tussentijds en achteraf te controleren of de vastgestelde hoofdlijnen worden uitgevoerd. Zonodig kunnen ze ingrijpen. In het uiterste geval kunnen de ministers een burgemeester als korpsbeheerder vervangen of een waarnemer aanstellen.
De burgemeesters houden het gezag over de politie waar het gaat om de feitelijke handhaving van de openbare orde en de hulpverlening. De officieren van justitie houden het gezag over de politie als het gaat om de feitelijke strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Daardoor blijft regionaal en lokaal maatwerk mogelijk, aldus de bewindslieden.
De politieregio’s werden in het begin van de jaren negentig ingevoerd. Het was een samenvoeging van de rijkspolitiekorpsen (in kleine gemeenten) en de gemeentepolitiekorpsen. Door de samenvoeging en de regionalisering hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie feitelijk niets meer over de politie te zeggen.
De bewindslieden vinden dat de korpsen te veel naar hun eigen regio kijken en te weinig naar het belang van de Nederlandse politie als geheel.
Remkes en Donner sluiten niet uit dat ze in de toekomst nog meer grip willen op de politiekorpsen. De nu voorgestelde wijzigingen moeten in de eerste helft van 2004 worden ingevoerd. In 2005 bekijken de bewindslieden of de wijzigingen voldoende zijn. Als dat niet zo is, zal onder meer de vraag aan de orde komen of verdergaande centralisatie nodig is. Daarbij komt ook de vraag aan de orde of de burgemeesters korpsbeheerders kunnen blijven.