Blok kijkt opnieuw naar WOZ
DEN HAAG – Minister Blok (Wonen) wil nog steeds huurprijzen die meer marktconform zijn, maar gaat de grondslag (4,5 procent van de WOZ-waarde) nog eens bekijken. Landelijke invoering zou voor sommige corporaties problemen kunnen veroorzaken.
Dat blijkt uit een brief die Blok maandag aan de Tweede Kamer stuurde.
Verhuurders moeten mensen met hogere inkomens hogere huren kunnen laten betalen. Aan de ene kant worden dan mensen geprikkeld om sociale woningen over te laten aan minderbedeelden. Maar met het geld van hogere huren kan ook de verhuurdersheffing van 2 miljard euro uit het regeerakkoord worden betaald, hoopt Blok. Corporaties kunnen dat geld echter ook deels binnen halen met een efficiënte bedrijfsvoering, lagere overhead, lagere onderhouds- en beheerkosten en meer verkoop, schrijft de minister.
Het Centraal Planbureau en het Centraal Fonds Volkshuisvesting zijn met verschillende berekeningen gekomen van de effecten. De ene ging uit van verhoging van de WOZ-waarde, de andere van verlaging. Maandag kwam er een CPB-analyse van de verschillen, die ook weer tegenviel en tot onzekerheid leidde. „De grondslag is de koppeling aan de WOZ-waarde, die mag niet tot onzekerheid leiden. Die grondslag moet dus stabieler”, aldus Kamerlid Monasch van coalitiepartner PvdA op nu.nl.
Jansen van de SP zei maandag dat het regeerakkoord toe is aan de „tweede herziening.” Volgens hem hebben de woningbouwcorporaties, met het oog op de verhuurdersheffing, al voor bijna 1,2 miljard euro aan investeringen geschrapt. Daardoor kunnen meer dan 7000 betaalbare woningen niet worden gebouwd.
Verhoeven (D66) wil dat Blok „de misrekening van het kabinet snel tenietdoet en met een duidelijk plan komt om het vertrouwen te herstellen. De huurplannen lijken onuitvoerbaar.”