Eerder leek Meerstadt nog voorstander te zijn van zo’n maatregel. In een brief aan alle politieke partijen in juni van dit jaar schreef hij nog dat „de rigoureuze knip” tussen NS en ProRail in de jaren 90, heeft geleid tot „negatieve gevolgen” voor de reiziger. Hij pleitte toen voor een onderzoek naar de nadelige effecten van de splitsing, maar volgens hem is dat destijds door de pers opgevat als een pleidooi voor een hernieuwde fusie.

In de NRC zegt hij nu: „We zijn een decennium bezig geweest om de effecten van de splitsing weg te nemen. Als je de boel nu weer bij elkaar gooit, ga je opnieuw dat pad op.” En daar voelt hij niet voor. „Ik denk dat het niet verstandig is.”

Wel vindt Meerstadt dat NS en ProRail veel intensiever moeten gaan samenwerken. De eenvoudige problemen zijn wel opgelost, denkt hij, maar nu komen de moeilijkere dingen, die de twee spoorbedrijven alleen maar samen kunnen oplossen. Zo moet volgens Meerstadt de ‘bijsturing’ na verstoringen worden verbeterd. „Dat loopt dwars door de twee organisaties heen: medewerkers, materieel, rails, seinen.”

Vakbond FNV Spoor pleit juist voor een fusie van NS en ProRail. „Eén regisseur die de prioriteiten bepaalt, zal de belangen voor het reizigers- en het goederenvervoer ten goede komen. Nu bepalen de monopolisten NS en ProRail om beurten de gang van zaken”, schrijft FNV-bestuurder Jacqueline Lohle in het bondsblad. Ze vreest dat NS wordt gedwongen tot een niet te winnen concurrentiestrijd met de Deutsche Bahn en de Franse spoormaatschappij SNCF.