Dat meldt de Amerikaanse tak van Open Doors, onderdeel van een internationale organisatie die opkomt voor vervolgde christenen.

Volgens Open Doors lijden christenen in Noord-Korea, een jaar nadat Kim Jong Un er de macht overnam, nog steeds onder hevige vervolgingen. „Het toezicht op de naar schatting 200.000 tot 400.000 ondergrondse christenen is in het afgelopen jaar verscherpt”, aldus Jerry Dykstra, directeur media van Open Doors USA.

De sterke arm van het regime reikt zelfs over de landsgrenzen. Een toenemend aantal goed opgeleide Noord-Koreaanse spionnen is actief in China. Zij proberen mensenrechtenactivisten en christenen op te sporen die hulp bieden aan vluchtelingen uit Noord-Korea. Dykstra zegt dat de vluchtelingen in China worden opgepakt en naar Noord-Korea worden teruggebracht. „Daar komen zij in de gevangenis of worden ze ter dood gebracht. Christelijke groeperingen die de vluchtelingen helpen staan onder verscherpt toezicht.”

Het ministerie van Veiligheid heeft volgens Open Doors de verantwoordelijkheid voor de grenspatrouilles op zich genomen. Gevangengenomen smokkelaars worden onder druk gezet om informatie te geven over christenen die Noord-Koreanen helpen die het land zijn ontvlucht.

Contactpersonen van Open Doors in Noord-Korea melden dat er geen signalen zijn dat Kim Jong Un meer vrijheid van godsdienst in het strengcommunistische land toestaat. Sommige opgepakte christenen zijn gemarteld en vervolgens vrijgelaten om geloofsgenoten te verraden of om als lokaas te dienen. „Het is uiterst gevaarlijk om christenen te helpen die door de regering zijn vrijgelaten”, zegt een medewerker van Open Doors die in Noord-Korea is gestationeerd. „Ze zijn soms zo ernstig mishandeld dat ze niet meer kunnen lopen. De tragiek is dat het in veel gevallen te riskant is om hen te helpen.”