„Heel de breuken van Uw gereformeerde kerk. Verbrijzel ons hart door Uw oordelen. Maak ons gezegende werktuigen tot bekering van Uw volk: Neem de aanstoot van Uw volk weg (…) zo zullen wij Joden en heidenen samen U dienen.”

Met deze woorden uit het formuliergebed voor Israël van Henricus Groenewegen (1640-1692) begon ds. A. A. Egas, christelijk gereformeerd predikant te Nieuwkoop, woensdagavond in de Bethelkerk te Bodegraven de bidstond voor Israël. Ongeveer vijftig personen bezochten deze door het Comité Herleving Gebed voor Israël georganiseerde bijeenkomst.

Voorafgaand aan zijn overdenking naar aanleiding van Zacharia 8:23 bad ds. Egas voor een worsteling om de bekering van Israël. „Waarvoor wij nog steeds een hinderpaal vormen”, zo zei hij.

Krachtige opleving

De predikant bracht in herinnering dat Zacharia profeteerde dat er een krachtige opleving zou komen onder Israël. „Vele volken en machtige heidenen zullen komen om de Heere der heirscharen te Jeruzalem te zoeken. In die dagen zullen tien mannen de slip van een Joodse man grijpen en zeggen: Wij zullen met u gaan, want wij hebben gehoord dat God met u is.” Deze tien mannen staan volgens ds. Egas voor het geheel van de volkenwereld. In die Joodse man zien zij dat de Heere met hem is. „Dat willen zíj ook. En dat gebeurt op de dag dat het heil voor het volk zal aanbreken: de Messiaanse tijd, de eindtijd”, aldus ds. Egas.

Volgens hem ligt het geheim daarvan in de ware Joodse Man, Jezus Christus. „Hij is het heil van het volk Israël en het heil van de wereld.” Dat Hij gekomen is, is de diepste vervulling. Maar het is nog niet de laatste vervulling, vervolgde ds. Egas. „De volle vervulling van het heil wacht wanneer Israël tot bekering komt”, zei hij.

Zacharia profeteert dat alle volken zich tegen Israël zullen keren. „We moeten dus niet vreemd opkijken van wat er vandaag gebeurt. Maar hebt u de slip van die Joodse Man al aangegrepen?” zo besloot de Nieuwkoopse predikant zijn aandeel in de bidstond.

In het tweede deel van de bidstond voor Israël sprak ds. J. G. van Tilburg, hersteld hervormd predikant te Waddinxveen. Het uitgangspunt van zijn overdenking nam hij uit Psalm 83, die hij plaatste in de tijd van koning Josafat toen de volkeren op Israël afkwamen. Josafat bad tot de Heere, terwijl de profeet Jahaziël getuigde dat de strijd Godes was (2 Kron. 20:15). „In Psalm 83 bidt een wachter op Sions muren”, aldus ds. Van Tilburg. „Hij ziet dat Gods vijanden de kop opsteken en tegen de God van Israël een verbond hebben gemaakt. Het volk moet uitgeroeid worden en aan de naam van Israël mag niet meer gedacht worden.”

Hamas

Volgens de predikant moeten we vandaag de dag denken aan Hamas, dat zich sterk maakt om Israël te vernietigen. In volken die een verbond tegen Israël hebben gemaakt ziet ds. Van Tilburg de Verenigde Naties die in hun algemene vergadering Palestina als waarnemerstaat hebben erkend. „Een propaganda van leugen en bedrog vormt een regelrechte bedreiging voor Israël”, aldus de predikant uit Waddinxveen.

Een andere bedreiging ziet hij in de situatie waar de wachter in Psalm 83 over spreekt: „Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.” „Betekent dit dat de moslims onze kerken als moskeeën zullen gaan bezitten?” Maar in Psalm 83 wordt er volgens ds. Van Tilburg ook over gesproken dat de volken de Naam van de Heere zullen zoeken. „Dat is de grote verrassing.”