Kerk & religie

Hildegard von Bingen: abdis met buitengewoon grote gaven

Met de kennis over de hoogadellijke kloosterlinge Hildegard von Bingen is het onder protestanten niet zo best gesteld. Terwijl ze ongetwijfeld tot de categorie zeer vrome christelijke vrouwen behoort, wordt er aan haar in verschillende Nederlandse standaardwerken geen aandacht geschonken; een uitzondering vormt de ”Christelijke encyclopedie” (2e en 3e druk).

dr. Harm Veldman
5 December 2012 08:53Gewijzigd op 15 November 2020 00:38
In Eibingen stichtte Hildegard von Bingen een vrouwenklooster. Foto Wikimedia, tiggr
In Eibingen stichtte Hildegard von Bingen een vrouwenklooster. Foto Wikimedia, tiggr

Nu is het niet ondenkbaar dat gereformeerden nog altijd een bepaalde huivering kennen die hen afkerig maakt van de roomse en ‘donkere’ middeleeuwen. Maar zo donker was het helemaal niet in het leven van Hildegard von Bingen.

Hildegard werd geboren op een niet bekende datum in een kasteel in de omgeving van het Duitse Bingen. En hoewel ze de naam van die plaats steeds als achternaam krijgt toebedeeld, droeg de adellijke familie de naam Bermersheim. Dat is ook de naam van het dorpje dat dicht bij dat kasteel te vinden is in het gebied ten westen van de Rijn ter hoogte van Mainz.

Tiende kind

Voor haar ouders, Hildebert en Mechtild, is Hildegard het tiende kind en daarom hebben ze dit kind, min of meer in de lijn van het Oude Testament als ”tiende” aan God gewijd. Haar leven zal voortaan in dienst staan van God. Op welk moment de ouders hiertoe hebben besloten? Al bij de geboorte, zo schrijft een van de eerste biografen van Hildegard.

Later wordt hun besluit bevestigd door de toch wel wonderlijke verhalen die Hildegard al in haar derde levensjaar vertelt: meer dan eens krijgt ze ‘gezichten’ vanuit een groot licht. Deze visioenen betekenden, aldus Hildegard jaren later, voor haar hoogtepunten in haar ontmoeting met God. Ze begon toen, naar eigen zeggen, de psalmen beter te begrijpen. Haar boeide maar één ding: de stille omgang met de hoogheilige God. Verschillende psalmen leerde zij uit het hoofd.

Toch kan men bij Hildegard moeilijk spreken van zoiets als een ‘overgeestelijk’ leven. Het zijn momenten die haar overkomen, geschenken die haar worden toegeschoven.

Kennis van de natuur

Hildegard toont ook een enorme belangstelling voor de natuur: al vroeg beschikt ze over een uitgebreide kennis van planten, bloemen, dieren en mineralen. In de hele schepping ziet zij de hand van God de Vader.

Als Hildegard 8 jaar is, wordt ze naar het klooster Disibodenberg gebracht, dat in de zevende eeuw door de Ierse monnik Disibod was gesticht als kluis (een soort cel die vaak direct naast een kerk was gebouwd) in het eenzame heuvelland. Daar, in een pasgebouwde kluis, gaat zij nu wonen met haar leermeesteres, de abdis Jutta von Sponheim (ook wel: Spanheim) en een paar andere meisjes. Ze leven helemaal afgezonderd van het nabijgelegen mannenklooster.

Alleen door een raamwerk zien ze in de verte de kerk met het altaar. Via een luik krijgen ze uit het mannenklooster voedsel toebedeeld en blijven ze op de hoogte van het laatste nieuws. Op deze manier heeft de familie Bermersheim haar Hildegard als ‘tiende’ geofferd.

Regel van Benedictus

Het klooster van Disibodenberg behoorde tot de benedictijner orde. Daar gold dus de ”regel van Benedictus”, die stamt uit de zesde eeuw. Daarin staan drie punten centraal: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aan de abt of abdis.

Als Hildegard 15 jaar is, heeft ze al een stevige opleiding gekregen van ‘moeder’ Jutta – deze betrof het lezen en schrijven van Bijbelse teksten en daarbij een prima kennis van het Latijn. Ook begint ze zich te interesseren voor geneeskunde – dit op basis van natuurlijke middelen. Zelf heeft ze vaak last van migraine.

Maar dan breekt het plechtige moment aan dat ook Hildegard officieel toetreedt tot vrouwengemeenschap van de kloosterorde. Daarmee aanvaardt ze de regel van Benedictus als haar leefregel. Om dat te tonen krijgt ze de sluier omgehangen voor de volledige inwijding in de kloosterorde. Dat gebeurt door niemand minder dan bisschop Otto von Bamberg, bekend van een hele reeks kloosterstichtingen.

Daarna blijft Hildegard ijverig studeren, ook om de Vulgata (de Latijnse Bijbel) te kunnen lezen. Ze krijgt een grondige kennis van de Heilige Schrift. Dit alles maakt haar klaar voor een hogere taak.

Als abdis Jutta von Sponheim in 1136 sterft, volgt Hildegard von Bingen haar op. Dit met instemming van de overige leden van de vrouwengemeenschap. Als abdis krijgt ze ook wel de betiteling ”magistra”, wat leermeesteres betekent. Het maakt duidelijk dat Hildegard grote didactische gaven heeft. Maar ze wil ook de organisatie van het kloosterleven in Disibodenberg veranderen. De vrouwen moeten niet langer afhankelijk zijn van het mannenklooster, vindt ze, zij kunnen best zelfstandig hun leven inrichten. Daarom wil Hildegard graag dat er een apart vrouwenklooster komt.

Tegenwerking

Gezien haar relaties met hogere kerkelijke leiders zou men verwachten dat dit vlot werd gerealiseerd. Maar niets is minder waar. De tegenwerking is groot: zulke actieve vrouwen, nee, daar zijn de heren niet van gediend. Zo duurt het tot 1147, dus elf jaar, voor haar plan tot uitvoering komt. Dan mag er gebouwd worden op de Rupertsberg bij Bingen, vlak bij de Rijn.

De plek is met zorg uitgekozen: het klooster zal gebouwd worden over het graf van de heilige Rupertus, in de achtste eeuw de eerste bisschop van Salzburg (Oostenrijk) – hij had zelf ooit een vrouwenklooster gesticht.

De middeleeuwse levensbeschrijving over Hildegard vermeldt dat de Heilige Geest haar deze plek had getoond. Begin 1152 heeft de inwijding van het klooster plaats door de aartsbisschop van Mainz. Nu is Hildegards eerste doel bereikt. Intussen maakt zij een tweede plan: de bouw van nóg een vrouwenklooster. Dat komt in Eibingen, in de nabijheid van Rüdesheim aan de Rijn. Zo creëert Hildegard ruimte voor de vaak jonge vrouwen die hun keus maken voor het dienen van God in een klooster. Het wordt steeds drukker in Disibodenberg.

Visioenen en boeken

Hoe geeft Hildegard bekendheid aan haar ideeën en idealen? Dat gebeurt niet alleen door middel van gesprekken – die hebben een klein effect. Hildegard kiest ervoor om ‘boeken’ te schrijven. Dat betekent in haar tijd dat ze zelf een tekst noteert, die vervolgens door de aan haar ondergeschikte nonnen moet worden overgeschreven.

Al in 1141 begint ze met het beschrijven van haar visioenen. Die gaan over zeer uiteenlopende onderwerpen. Pas na de inwijding van haar tweede klooster gaat ze ertoe over om haar werk te laten kopiëren. Dat loopt uit op haar eerste boek dat de titel krijgt: ”Scivias” (= weet de weg). Daaruit blijkt dat ze van mystieke vervoering niets moet hebben. Extase is haar vreemd. Ze verzet zich er zelfs tegen. Ze wil gewoon bij haar volle verstand met God in contact staan, naar Hem horen, Hem ”schouwen” (zoals mystici dat zeggen). Maar ze wil dat beslist niet laten overschaduwen door bijzondere vormen – ook niet door het spreken in tongen. We zien haar hier dus als een nuchtere Godzoeker. Ze denkt sterk in termen van harmonie van aardse en hemelse sferen.

Hildegard staat in deze jaren in schriftelijk contact met de grote theoloog Bernard van Clairvaux. Hij had met interesse haar teksten gelezen en nu krijgt hij ook een brief van haar. Hij antwoordt haar met de volgende woorden: „Wij verheugen ons met u over de genade van God die uw deel is. En wat ons betreft, zo vermanen en bezweren wij u dat u het ook als genade waardeert en dienovereenkomstig leeft met liefde in deemoed en overgave. U weet immers dat „God de hoogmoedigen wederstaat, maar aan de ootmoedigen genade schenkt.” Overigens, wat moeten wij nog onderwijzen of vermanen nu er reeds een innerlijke onderwijzing bestaat en een zalving over alles uitleg geeft? Veeleer verzoeken en begeren wij met nadruk dat u ons bij God gedenkt, evenals hen die in geestelijke gemeenschap in God met ons verbonden zijn.”

Bernard zal nog veel voor haar betekenen.

Erkenning

In de jaren 50 en 60 schrijft Hildegard nog meer boeken. Ze wordt er beroemd door. Maar vanaf haar eerste optreden is ze door de officiële kerk met de nek aangekeken. Vrouwen hebben immers geen recht om te spreken! Ook Hildegard moet eerst van de paus toestemming krijgen om te publiceren. Op een synode in Trier komt daar verandering in. Door een krachtig betoog van Bernard van Clairvaux komen de kerkelijke autoriteiten zover dat ze –na officieel onderzoek van haar gaven– Hildegards optreden als wettig erkennen. Paus Eugenius III is er zelf bij en wenst haar geluk en zegen op haar werk. De hoge heren hadden te erkennen dat God ook wel eens vrouwelijke dienaren inzet in de kerkgemeenschap. Van extatische ontsporingen is immers geen sprake.

Toch heeft de kerk er nooit een kerkordelijke regel van gemaakt dat men het spreken van een vrouw aanvaardde als spreken namens God – dat was voorbehouden aan mannen.

Hildegard schrijft ook boeken over natuur- en geneeskunde. Het eerste draagt de korte titel ”Physica”, maar voluit heet het ”Het boek van de geheimenissen en verscheidenheden van de natuur in de schepping”. Het andere boek draagt als titel ”Causae et Curae” (oorzaken en behandelingen). In haar ”Physica” beschrijft ze vol bewondering de goddelijke schepping van planten, elementen, bomen, dieren, stenen en metalen met de daarin voorkomende heilzame en gevaarlijke krachten.

Niet onvermeld mag blijven dat Hildegard spreekt over de doorwerking van de zondeval in de natuur. Op grond van al haar adviezen inzake het gebruik van geneeskrachtige kruiden dient men haar te beschouwen als een unieke deskundige die op geniale wijze haar medemensen heeft laten zien hoe natuur en mens op elkaar zijn aangewezen. Dat wordt nog eens onderstreept door het boek over oorzaken en behandelingen van ziekten en kwalen. Het werd in Duitsland in de jaren 30 en ook nog in de jaren 90 van de vorige eeuw heruitgegeven.

Op grond van al haar hierin uitgestalde kennis is Hildegard wel eens getypeerd als „de eerste vrouwelijke arts van Duitsland.” Haar invloed reikt tot de dag van heden. Er bestaat zelfs een kookboek naar de inzichten van deze abdis.

Abortus

De voorstelling die Hildegard van God heeft is heel bijzonder. Ze stelt zich in gedachten God voor als een machtig Wezen dat met Zijn voeten in het water van de afgrond staat, terwijl Zijn hoofd zich in de hoogste sferen van het heelal bevindt. Uit de mond van God komen voortdurend stromen van deugdzame krachten; die moeten door de mensen worden ingezet om de lasteringen van Gods Naam tegen te gaan. Een van de grootste lasteringen van Gods Naam is het plegen van abortus. Ook al is het uit nood gedaan, steeds heeft een vrouw die dat verricht of laat verrichten „een menselijk wezen te gronde gericht.” Zo iemand moet door streng te vasten boete doen om weer met God in het reine te komen. Abortus is voor Hildergard niets anders dan het lasteren van de Naam van de Schepper.

Muziek

Het is ondoenlijk om in één artikel alle aspecten van het leven en optreden van de veelzijdige abdis Hildegard von Bingen aan te stippen, laat staan te bespreken. Haar leven dat zich uitstrekt over ruim 80 jaren laat zich typeren als bijzonder veelzijdig en diep religieus, tot aan de grenzen van het mystieke.

Hildegard beschikte ook over muzikale kwaliteiten. Muziekkenners uit onze tijd typeren haar muziek als „aards en hemels tegelijk.” Er zijn 77 composities van Hildegard bewaard gebleven, waarvan een respectabel aantal intussen op cd’s te beluisteren is. Iemand schreef: „Haar composities zijn ongelooflijk inspannend. Het is bekend dat tijdens uitvoeringen van haar muziek regelmatig musici tegen de vlakte gingen. Haar muziek vereist namelijk het hoogste van de stem, waarbij de uiterste grenzen van het bereik worden voorgeschreven. Vaak schreef ze een rustige lyrische passage, onmiddellijk gevolgd door schokkende luide uitbarstingen en geschreeuw. Het kerkelijke gregoriaans was niet de maatstaf waar Hildegard zich aan hield.” Was ze soms rebels?

Toch zijn haar liederen qua inhoud diep religieus: ze gaan onder meer over de grootheid van Gods schepping en over de engelen. Wie haar muziek beluistert zal erkennen dat deze heel verheven overkomt. Hildegards doel was niets anders dan God te loven om Zijn grote macht en majesteit. Daarin moest de menselijke stem volop actief zijn – want de mens was er toch voor geschapen om zijn Schepper te dienen en te eren!

Hildegard overleed in het klooster Rupertsberg op 17 september 1179. In mei 2012 is ze door paus Benedictus XVI heilig verklaard en in oktober verheven tot kerklerares.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer