Slager Hartevelt: Specialiseren heeft mijn slagerswinkel gered
PUTTEN – Het aantal slagers en groentewinkels is sinds het begin van de 21e eeuw gehalveerd. Slager L. Hartevelt uit Putten weet het hoofd nog boven water te houden: „Het ontbreken van een opvolger en niet op tijd specialiseren kost veel slagers de kop.”
De zaak van Hartevelt ziet er aan de buitenkant nog uit als een echte ouderwetse slager. Door de winkelruit is de vleeswarenkast al te zien. Binnen valt direct een bordje op met de tekst: „Al had ik Salomo’s wijsheid en Ezau’s gewin; ik kan niet snijden naar ieders zin.”
Toch is juist het luisteren naar klanten de redding geweest voor Hartevelts winkel. „De supermarkten zijn als het ware bulkslagers geworden, ze verkopen grote hoeveelheden vlees voor relatief weinig geld. Maar de smaak is mijns inziens niet goed en het vlees komt van koeien die eerst jaren melk hebben gegeven. Klanten kwamen bij mij en vroegen of ik geen scharrelvlees had.”
Hartevelt ziet op dat moment in dat hij nooit tegen de supermarkt kan opboksen en stapt over. Hij wordt scharrelvleesspecialist. Later komt daar het woord biologisch voor, opnieuw omdat de klant daarom vraagt. „Ik weet precies waar mijn koeien vandaag komen, uit Oldenzaal in Twente. Het zijn echte vleeskoeien en mede daardoor is het vlees van superkwaliteit. Ik houd bijna geen afval over.”
De meeste klanten komen uit de regio Putten, in de driehoek Harderwijk, Nijkerk, Garderen. „Maar er komen hier ook mensen uit steden zoals Amersfoort, Apeldoorn en Zwolle. Ze zijn op zoek naar vlees zonder E-nummers en antibiotica. Ze bestellen via internet en kopen met grote hoeveelheden tegelijk in. Of we brengen het langs.”
Veel collega-slagers en groentewinkels weten het hoofd niet boven water te houden. Door de komst van megasupermarkten is het aantal slagers en groentewinkels sinds het begin van de 21e eeuw bijna gehalveerd. Nederland telt nu nog ruim 2600 slagerijen en 1300 groentewinkels, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gisteren.
Geen opvolger hebben, is volgens Hartevelt ook een reden dat veel slagerijen sluiten. „Een slager werkt van 6.00 uur ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds. Jongeren willen dat niet meer. Ze worden er ook niet meer voor opgeleid. De slagersvakopleiding (SVO) leidt jongeren op tot uitbener of tot bedrijfsleider, allemaal specialisaties. Er zou net als vroeger een brede opleiding moeten komen waarbij de jongens alles leren, zodat ze later een eigen zaak kunnen beginnen.”
Hartevelt ziet zelf het probleem ook aankomen. „Ik ben 64 en kan best nog wel even mee. Als er een jong iemand zou komen die over vijf jaar mijn zaak wil overnemen, zou dat mooi zijn. Maar ze zijn niet meer te vinden.”
