Ook de zakelijke hotelovernachtingen in de provincie lopen terug. Maar het is volgens Simons nog niet zo dat bij de Nederlandse poot van de hotelketen, die wereldwijd 400 hotels omvat, „de alarmbellen rinkelen”. Waar NHHotelesals concern in zijn geheel de eerste negen maanden de omzet zag dalen met 3,7 procent naar 980 miljoen euro en het verlies zag oplopen van 15 miljoen euro naar 27 miljoen euro, is Nederland volgens Simons nog altijd winstgevend.

NH Hoteles heeft in wat Simons aanduidt als ‘provincie’ onder meer hotels in Groningen, Nijkerk, Geldrop en Maastricht. Daar wordt volgens hem „een heel andere wedstrijd gespeeld” dan in de grote steden, met Amsterdam voorop waar de keten met 13 hotels marktleider is. Krasnapolsky op de Dam geldt hier als het vlaggenschip.

Amsterdam behoort wat het hotelwezen betreft tot „de mondiale elitegroep”, waar ook steden als Londen, Parijs en Berlijn deel van uitmaken, aldus Simons, die behalve voor de Benelux ook verantwoordelijk is voor de vestigingen in Engeland, Frankrijk en Afrika. Natuurlijk merkt NH Hoteles ook in Amsterdam de gevolgen van de verslechterde economische omstandigheden. „Maar dat is klagen op hoog niveau, want de bezettingsgraad van onze hotels ligt op 75 procent, en dat is enorm”, aldus Simons.

NH Hoteles, dat actief is in het hogere sterrensegment, probeert zich van zijn concurrenten te onderscheiden door het niveau van de service omhoog te brengen om te voorkomen dat een hotelovernachting een product wordt waar slechts de (scherpe) prijs doorslaggevend is. Dat neemt niet weg dat ook de hotels van NH Hoteles steeds meer te maken krijgt met klanten die zelfs aan de balie nog onderhandelen over de prijs van een kamer. „De wereld is een grote soek geworden. Over alles wordt onderhandeld”.