Nieuw tumult om studie integratie
Het onderzoek van de Tweede Kamer naar het integratiebeleid veroorzaakt steeds meer politieke deining. Vanochtend heeft het omstreden Utrechtse Verwey-Jonker Instituut in allerijl een rapport gepubliceerd dat onder vuur was komen te liggen. Onder de critici heeft zich intussen ook VVD-fractievoorzitter Van Aartsen geschaard.
Volgens het Verwey-Jonker Instituut is de integratie van allochtonen in ons land niet geheel en al mislukt. Het beeld zou gunstiger zijn dan veel politici denken. Dat zegt het instituut in het vanochtend vrijgegeven rapport dat in opdracht van de parlementaire onderzoekscommissie integratiebeleid is uitgebracht.
Volgens kritische kamerleden is het instituut niet objectief. Het zou nauw betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van het integratiebeleid van de overheid. Het instituut ontkende dat vanochtend tijdens een persconferentie. Wel hebben medewerkers zitting in adviescommissies op dit beleidsterrein.
VVD-fractievoorzitter Van Aartsen gooide woensdag olie op het vuur door de kritiek over te nemen die eerder door SP’er Lazrak en Hirsi Ali (VVD) was geuit. Van Aartsen zei dat de onderzoekscommissie het Verwey-Jonker Instituut niet had moeten inhuren omdat het de overheid jarenlang heeft geadviseerd. Hij wees erop dat de VVD al tijdens de verkiezingen heeft aangegeven dat de integratie is mislukt.
Eerder op de dag had Hirsi Ali aangegeven niet gerust te zijn op de uitkomst van het onderzoek. Ze had het over „de kliek beleidsonderzoekers” van het Verwey-Jonker Instituut. Het instituut heeft een links imago. In het nu vrijgegeven rapport wordt als mogelijkheid genoemd dat de onvrede in de samenleving toe te schrijven is aan jaloezie bij groepen autochtone Nederlanders die zich voorbijgestreefd zouden zien door Turken, Marokkanen en andere migranten.
Hirsi Ali liet zich vooral negatief uit over ex-directeur J. W. Duyvendak van het instituut, die nauwe banden heeft met GroenLinks. Hij is als adviseur nauw bij het opstellen van het rapport voor de kamercommissie betrokken. Volgens Hirsi Ali heeft hij altijd uitgesproken ideeën gehad en adviezen gegeven over integratie. „Hij zegt dat het beleid niet heeft gefaald, maar dat is juist wel zo.”
Duyvendak had volgens de VVD-politica deelname aan het onderzoek „moeten weigeren om te voorkomen dat zijn integriteit ter discussie zou komen te staan.” Diverse vooraanstaande wetenschappers delen die kritiek. Ze vinden dat het Verwey-Jonker Instituut niet naar de opdracht had moeten meedingen. Duyvendak zei vanochtend dat er met zijn lidmaatschap van GroenLinks niets mis is.
De uitspraken van Hirsi Ali schoten commissievoorzitter Blok en voorzitter Weisglas van de Tweede Kamer (beiden eveneens VVD) in het verkeerde keelgat. „Ze schendt de spelregels van de Tweede Kamer. Hirsi Ali spreekt voor haar beurt. Op dit moment reageert ze op geruchten. Een gefundeerd oordeel is pas mogelijk als het onderzoek klaar is”, aldus Blok. Ook Weisglas laat in een schriftelijke verklaring weten dat ze had moeten wachten tot na de presentatie van het eindrapport.
De commotie rond de commissie begon vorige week met het opstappen van SP’er Lazrak. Hij had onoverkomelijke bezwaren tegen het inschakelen van het Verwey-Jonker Instituut, maar vond het ook onaanvaardbaar dat de invloed van het moslimfundamentalisme niet specifiek werd onderzocht.