Wonen in de tijd van de Bijbel (met extra foto’s)
De muren zijn zachtbruin en dik. Er zitten stukjes stro in. Stoelen staan er niet, bedden evenmin. In de tijd van de Bijbel sliepen mensen op kleedjes. ’s Zomers woonden ze zowat op het dak.
In een huis als dit zou Maria hebben kunnen wonen. Het staat in Museumpark Orientalis, in Heilig Landstichting, bij Nijmegen. Eerst heette het dorpje met de nagebouwde oosterse huisjes Nazareth, later noemden de museummensen het Beth Juda.
De ramen in het Joodse huisje zijn klein. Zo bleven de regen in de winter en de hete zon in de zomer buiten. De raampjes dienden tegelijk als schoorsteen. Olielampen op een standaard, en in nisjes, zorgden voor licht.
Huizen in dorpen als deze hadden vaak geen deur, vertelt Resie Wijnen. Zij verzorgt rondleidingen voor bezoekers in het museumpark. „Een deur was een grote luxe. Als mensen verhuisden, namen ze alleen de deur mee.” Voor de opening hing nogal eens een kleed.
De woning bestaat uit twee niveaus: in het lagere gedeelte stonden de dieren –geiten, schapen, de ezel–, in het hogere leefden de mensen. In het midden van de woonkamer ligt een vuurplaats. Rechts achter in het huisje is een opbergruimte voor wijn, links staat een soort kast. Daar ging het koren in, zegt Wijnen. De kast is de korenmaat – hij staat een eindje van de grond. Zonder kaars eronder.
Lees verder in Pluspunt van 1 december (woonbijlage). Bekijk extra foto’s hier (linksboven).