Palestijnen azen op status Vaticaan
NEW YORK – De Palestijnse Autoriteit steekt veel energie in een statusverhoging bij de Verenigde Naties. De Palestijnen willen hetzelfde niveau als nu het Vaticaan. Of het verschil groot is, blijft onduidelijk.
De VN-lidstaten stemmen er morgen over in de zogeheten Algemene Vergadering. Hoogstwaarschijnlijk zal de meerderheid van de staten voor het Palestijnse verzoek stemmen, tegen het zere been van Israël en de Verenigde Staten. Ook Nederland is tegen het verzoek.
Het gaat de Palestijnen erom de status van ”waarnemer als niet-lidstaat” te ontvangen. Dat is het Vaticaan ook. Momenteel hebben de Palestijnen (voor de fijnproevers: de PLO) de status van ”waarnemer als entiteit”.
Formeel zit er niet (of nauwelijks) verschil tussen de beide statussen. Samengevat komen de rechten neer op: wel spreekrecht, geen stemrecht. Zowel de rooms-katholieke geestelijken als de Palestijnse vrijheidsstrijders kunnen hun stem verheffen in de VN-organen. Beiden kunnen resoluties ondertekenen en zelfs indienen, en het is mogelijk om in sommige procedurele kwesties te stemmen.
Toch hechten de Palestijnen erg aan de statusverhoging. Want daarmee worden ze niet alleen erkend als ”entiteit” (wat niet meer betekent dan het vage ”iets wat bestaat”), maar als ”niet-lidstaat” (non-member state). En ziedaar: al ben je dan wel geen VN-lidstaat, toch wel een staat.
Met deze stilzwijgende erkenning zullen de Palestijnen ongetwijfeld vervolgstappen willen zetten. Want hun ambities liggen natuurlijk verder dan van de koorknapen uit het Vaticaan.
Een van de mogelijke stappen die de Palestijnen zouden kunnen gaan zetten, is lid te worden van het Internationaal Strafhof (ICC). Is deze hobbel eenmaal genomen, dan kan Palestina Israël aanklagen voor oorlogsmisdrijven.
In 2009 heeft de Palestijnse Autoriteit ook al gepoogd een aanklacht in te dienen naar aanleiding van de (eerste) Gazaoorlog. Toenmalig aanklager Luis Moreno Ocampo wees dat verzoek echter af, omdat niet duidelijk was of Palestina een staat was. In zo’n geval zouden de Palestijnen sterker staan indien ze zich kunnen beroepen op een stemming in de Algemene Vergadering die een (stilzwijgende) erkenning als staat inhoudt.
Juist om deze reden heeft Groot-Brittannië eerder deze week gezegd wel voor het Palestijnse verzoek te willen stemmen als de Palestijnse Autoriteit dan maar belooft Israël niet aan te klagen bij het ICC. Op zich is dat een eerlijk verzoek, maar waarschijnlijk kansloos.
Er zijn wel enkele zaken die de Palestijnen mogelijk bij het ICC zouden kunnen aankaarten. Israël zelf heeft al enkele militairen uit de eerste Gazaoorlog berecht vanwege oorlogsmisdrijven, maar als de Palestijnen vinden dat er nog meer mensen straf verdienen, kunnen ze daarmee natuurlijk naar het ICC stappen. Bovendien geldt het koloniseren van bezet gebied als een oorlogsmisdaad. Dat zou kunnen gelden voor de Joodse nederzettingen op de Westoever. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft Israël daar al eens op aangesproken. Maar dit VN-hof –eveneens in Den Haag– kan verder weinig afdwingen.
Toch blijft het de vraag of Palestina na deze stemming zomaar naar Den Haag kan om lidmaatschap van het ICC aan te vragen. Om staat te worden is er meer nodig dan stilzwijgende erkenning in de VN-vergadering. Volgens de nog altijd geldende Conventie van Montevideo uit 1933 moet een staat onder meer een vast grondgebied hebben, een vaste bevolking en een effectief bestuur. Op al deze punten zijn in het geval van Palestina nog wel wat vragen te beantwoorden. Het ligt voor de hand dat de huidige lidstaten van het ICC die vragen zullen stellen.
De Nederlandse kritische organisatie Een Ander Joods Geluid (EAJG) stelt daarom ook niet dat een stemming in de VN direct een staat geboren laat worden, maar spreekt van een „staat-in-wording.” Volgens EAJG is dat al belangrijk genoeg. Israël bezet daarmee niet langer Palestijns gebied, maar een toekomstige staat. Dat klinkt dat net iets ernstiger. En daarmee is waarschijnlijk het concreetste verschil tussen de ene en de andere VN-status aangegeven.
Dit is het eerste deel van een tweeluik over de Palestijnse statusverhoging.