Dr. Kater: Voorbereiden op moeilijker tijden
DE MEERN – De gereformeerde gezindte moet zich voorbereiden op een toekomst waarin er minder ruimte is voor christelijke instellingen. Dat zei dr. M. J. Kater donderdagmiddag op een bijeenkomst van het Platform Waarden en Normen in De Meern.
Het is belangrijk daarvoor nu al stappen te nemen, zo zei de docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. „Als je opeens van uit je riante huis op straat staat, overleef je dat niet, maar als je weet dat je op termijn in een hutje woont, kun je je daar op voorbereiden. Roep geen ach en wee, maar bereid je voor. Daar heb je de Heilige Geest bij nodig, maar we moeten het wel doen.”
Het platform had de bijeenkomst georganiseerd vanwege de voortgaande secularisatie en de nieuwe politieke verhoudingen. Sprekers waren naast dr. Kater: dr. E. Mackay, dr. ir. J. van der Stoep en dr. ir. J. van der Graaf.
Platformvoorzitter P. Schalk riep in het openingswoord de circa zeventig vertegenwoordigers van organisaties uit de gereformeerde gezindte op niet in somberheid en moedeloosheid te vervallen. Hij wees op het teken van de regenboog. „Noach heeft 120 jaar gepreekt. Zijn oproep was: bekeert u. Maar niemand luisterde. Hij is doorgegaan, in geloof. Daarna sluit de Heere een verbond met hem. Hij geeft er een teken bij: de regenboog. Dat is een beeld van trouw. Maar het is nog meer. Het is ook een teken van Zijn oneindige macht. De Heere regeert.”
De regenboog keert nog een keer terug in de Bijbel, zei Schalk. „In Openbaring 4 waar staat dat de regenboog zichtbaar is rond de troon. De Heere spreekt soms mensvormig in Zijn Woord. Je zou kunnen zeggen dat als God zou zien, dan ziet Hij rond de troon als eerste de regenboog. Zijn ogen zijn altijd gericht op Zijn eigen trouw en Godsregering.”
Christenen in Nederland zouden meer op de knieën moet liggen, denkt dr. Kater. Hij sprak over het thema ”Bid” en nam daarbij Filippensen 4:6 als uitgangspunt. „De uitspraak bid en werk wordt veel gebezigd. Is dat een verborgen oproep om ons toch maar over te geven aan monnikendom? Dat zou zo gek nog niet zijn, maar dan als monniken midden in de wereld”, zei de predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Sint Jansklooster met een verwijzing naar de regels van Benedictus: monniken sliepen met hun kleren aan, gereed om bij het eerste signaal zich aan het werk van God te zetten. „De Bijbel zegt: laat uw lendenen omgord zijn”, zei de predikant instemmend.
Bidden leidt ertoe dat christenen „onbezorgd, blij en in vrede” aan het werk gaan, zo analyseerde de predikant de brief aan de Filippensen. Christenen moeten zich niet al te druk maken over alledaagse dingen als de zorgpremie. „Christenen moeten eerst het koninkrijk van God zoeken.”
Christelijk Nederland moet zich concentreten op de „dingen waar het op aankomt in de 21 eeuw, de diafora” en minder op de bijkomende zaken, de „adiafora”, stelde de predikant.
Het lijkt erop dat er momenteel sprake is van een „bepaalde paniekerigheid”, zei dr. Kater. „Sliepen we te vast? Waren en zijn we geen monniken meer? Hebben we teveel dingen die we belangrijk zijn gaan vinden? Hebben we de kennis niet meer? De oorzaak zou weleens kunnen zijn dat we te weinig op onze knieën zijn. En daardoor de kennis missen. Te druk zijn met de adiafora”, aldus de predikant die benadrukte dat juist ook deze tijd er alleen rust is te vinden in Christus Jezus.
Een denktank over hoe de gereformeerde gezindte in de maatschappij moet staan, ziet dr. Ewald Mackay, docent aan Driestar Hogeschool in Gouda, niet zitten, zo zei hij in zijn lezing over het thema ”Werk”. In de zuil gelooft hij ook niet, „al moeten we de goede dingen ervan niet weggooien.”
Mackay is er voor om van de „goede, bruikbare stenen” uit de zuil een „hut met vensters op de wereld te bouwen.” De docent van de Driestar Hogeschool denkt aan het stichten van kringen van bezinning net als in de tijd van het Réveil. „Dat moet je wel organiseren. Het wezenlijke wat we moeten doen is ”Bildung der Seele”. Als je dit overal vanuit innerlijke kracht zou doen, zou er een innerlijke reveil komen. Dat is beter dan een denktank”, zei Mackay in zijn betoog waarin hij de aanwezigen in de stijl van C. S. Lewis meenam naar de volmaakte tuin van het paradijs en naar de „tuin” waarin christelijk Nederland nu leeft.
De financiële en economische crisis is goed voor de gereformeerde gezindte, denkt Mackay. „We moeten weer meer soberheid betrachten. Deze crisis is een weg tot loutering, tot soberheid.” Mackay pleitte in dat licht ook voor een Bijbelser visie op het omgaan met dieren. „Je hoeft niet op Marianne Tiemen te stemmen om dat te vinden.”
Erkenning van pijn en schuld zou de houding van christenen in de samenleving moeten stempelen, zei dr. ir. J. van der Stoep in zijn lezing over het thema ”Toepassing – Imago Dei”.
Als buitenstaanders als Claudia de Breij –zij haalde recent fel uit naar SGP-voorman Kees van der Staaij– scherpe bewoordingen gebruiken doet dat pijn, erkende onderzoeker op het terrein van politieke filosofie en sociale wetenschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Het geeft een besef van onrecht. Belangrijk is dan te laten zien dat je kwetsbaar bent, ook naar mensen om je heen. We hoeven dan niet meteen op de barricades.”
Dat hoeft de gang naar de rechter niet uit te sluiten. „Die kan zelfs belangrijk zijn. Niet om macht en invloed te hebben, maar om recht te halen.”
Dr. Kater viel hem daar in bij met een verwijzing naar Handelingen 16 waar Paulus en Silas ten onrechte gegeseld worden. Paulus eist daarna dat de hoofdmannen hem uitgeleidde doen. „We moeten niet altijd op onze rechten staan, maar er is ook zoiets als burgerlijk recht, dat is ook ons recht. Dat mogen we gebruiken. Niet omdat ik recht gedaan moet worden, maar omdat er geen smet op het Evangelie mag worden geworpen. Opkomen voor de rechten van de Koning, kan dan wel eens samenvallen met opkomen voor onze de rechten .”
Kater uitte zich –net als Mackay– kritisch over het lobbyen vanuit de gereformeerde gezindte bij de overheid rond bepaalde thema’s. „Ik waardeer zeer het werk wat mensen doen op het grensgebied, maar zijn we daar aan het vechten voor eigen rechten of voor meer.”
Van der Stoep riep op tot een zelfkritische houding. „Uit onderzoek blijkt dat christenen bij buitenstaanders overkomen als hypocriet, anti-homo etc. We kunnen zeggen dat het niet zo is, maar dan maken we ons er te gemakkelijk vanaf.”
De wetenschapper pleitte ervoor om in de lijn van Paulus „te roemen in zwakheden.” „We moeten bereid zijn om dingen over ons heen te krijgen.” Tegelijk moet een Christen daar ontspannen instaan en niet zwaarmoedig zijn. „Mensen die zichzelf weten te relativeren laten zien dat ze kritisch op zichzelf zijn. We moeten laten zien dat we onze identiteit niet in zichzelf hebben, maar in Christus hebben.
Het is een positieve trend dat de gereformeerde gezindte zich bezint over haar eigen rol in de samenleving en het staan in de moderne tijd, zei dr. ir. J. van der Graaf in de reflectie op de lezingen. „Het ging vanmiddag bijna niet over de grote boze wereld daarbuiten. Dat is goed.”
Veel van de vragen die ons nu bezighouden, heeft dr. W. Aalders in de jaren zestig al beschreven in zijn boek ”In verzet tegen de tijd”, zei Van der Graaf.
De oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond riep de deelnemers aan de bijeenkomst op in hun organisatie eens te kijken welke secundaire zaken, adiafora, er een rol spelen.
Van der Graaf wees op Nehemia 8 en 9. „Daar gaat het volk naar de wet vragen. Ezra leest de wet. Het volk komt massaal tot verandering. Er is dan sprake van een geweldige opwekking. Dat kan God vandaag ook nog geven. Er moet een terugkeer zijn naar de wet, geboden en beloften in Christus.”