Kritiek op Dordtse stadsdienst
De Dordtse Belangenvereniging Funderingsproblematiek (BVFP) wil een nieuw gemeentelijk projectbureau met een deskundig managementteam dat de slepende funderingsproblematiek in Dordrecht aanpakt. De BVFP neemt de dienst stadswerken niet langer serieus.
Dat staat in het rapport Dordrecht draineert en traineert dat de BVFP maandag heeft aangeboden aan burgemeester Bandell van de stad. De BVFP ligt al jaren met de gemeente overhoop over de aanpak en het herstel van verzakte woningen. De belangenvereniging zegt in het rapport dat de ambtelijke organisatie grondig moet worden doorgelicht.
Ook medewerkers van VROM trokken de conclusie dat de Dordtse aanpak van funderingherstel anders moet. Inmiddels zijn zeker 3200 woningen in Dordrecht onderzocht, bedrijfspanden en sociale woningbouw niet meegerekend. De schade aan woningen door een te lage grondwaterstand bedraagt nu ongeveer 100 miljoen euro, zei ir. A. Van Wensen van de BVFP.
Een woordvoerder van de gemeente zei maandag nog niet van het rapport op de hoogte te zijn. De gemeente Dordrecht heeft eerder gezegd dat huiseigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun woning. De belangenvereniging stelt Dordrecht echter wel degelijk aansprakelijk voor de verrottingen en verzakkingen aan huizen.
Ook onderzoeksbureau Wareco adviseerde de gemeente in de jaren ’90 in tientallen rapporten dringend om bijvoorbeeld bij drainage eerst een funderingsonderzoek te doen. Van Wensen: „Maar ze doen niks met de adviezen. Op veel plekken staat de drainage nu te laag of juist te hoog afgesteld. Hierdoor zijn veel huizen nu helemaal droog komen te staan. Als de ambtenaren op het stadskantoor tijdig hadden ingegrepen, hadden de problemen voor 99 procent voorkomen kunnen worden.”
Afgelopen zomer richtte de BVFP zich nog in een wanhopige brief tot kroonprins Willem-Alexander, de voorzitter van het Comité Integraal Waterbeheer. Hij riep Dordrecht vorig jaar op om bewoners van de verzakte huizen financieel tegemoet te komen. Op de brief aan Willem-Alexander heeft de vereniging „zelfs nog geen ontvangstbevestiging” ontvangen.
In november 2000 nam bewoner L. Kuhlemeier initiatief tot de oprichting van de BVFP. Twee maanden daarna telde de vereniging bijna 1000 leden. Het platform legde de aansprakelijkheid neer bij het gemeentebestuur.
Het feit dat de gemeente de verantwoordelijkheid bij voorbaat bij de eigenaar legt, zorgde voor hartzeer onder de bewoners. Kuhlemeier: „Deze handelwijze is schrijnend. De mensen voelen zich door de gemeente in de kou gelaten. We zijn verplicht om zelf op eigen kosten een vervolgonderzoek in te stellen. Ook moeten we zelf voor de volle honderd procent opdraaien voor het herstel.”
Het bestuur van de vereniging schatte destijds in dat een gemiddelde huiseigenaar 100.000 tot 150.000 gulden op tafel moest leggen. Het gebruiken van de overwaarde voor het herstel, zoals de gemeente suggereerde, vond het platform een erg makkelijke oplossing. Jonge gezinnen die net een huis aangeschaft hadden, konden uiteraard geen gebruikmaken van deze oplossing. De vereniging was van mening dat op dit punt sprake van rechtsongelijkheid was. „De gemeente heeft honderd gezinnen geholpen met een speciale regeling. De rest moest het zelf maar uitzoeken; het geld was op. Ook nu krijgen slechts tweehonderd mensen subsidie onder het motto: Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Wij vinden dat een irreëel uitgangspunt.”
Hamvraag voor de vereniging bleef de afgelopen jaren de manier waarop de gemeente is omgegaan met het grondwater. „Het waterschap is verantwoordelijk, maar de gemeente speelt ook een belangrijke rol. Door wie, wanneer en op grond waarvan de peilbesluiten genomen zijn, weten wij op dit moment niet.”