„Koopkracht nieuwe regeerakkoord iets beter”
DEN HAAG (ANP) – Door het aangepaste regeerakkoord zijn er iets minder extreme koopkrachtontwikkelingen, maar bijstandsgerechtigden moeten nog steeds flink inleveren. Werkenden met lage en hoge inkomens gaan er minder op achteruit, maar de middeninkomens zijn door de aanpassingen iets slechter af. Hetzelfde geldt voor echtparen boven de 65.
Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) concludeerde dit vrijdag na doorrekening van de nieuwe maatregelen. Volgens het oorspronkelijke regeerakkoord zouden de zorgpremies inkomensafhankelijk worden, maar na protesten over de koopkrachtgevolgen hiervan pasten VVD en PvdA de afspraken aan. Dat gebeurde vooral onder druk van de VVD-achterban. Volgens het nieuwe akkoord blijft het systeem van zorgpremies zoals het is, maar worden er wel via de belastingen maatregelen genomen om de inkomensverschillen kleiner te maken.
Volgens het Nibud, dat eerder deze week op verzoek van de Tweede Kamer al het oorspronkelijke pakket doorrekende, blijven er de komende regeerperiode koopkrachteffecten voorkomen die variëren van min 15,9 tot plus 5,2 procent. Door de nieuwe maatregelen leveren bepaalde huishoudens maximaal 2,9 procent extra aan koopkracht in en gaan andere er maximaal 6,1 procent extra op vooruit. Zo ging een alleenstaande met een inkomen van 75.000 euro er in het eerste regeerakkoord 8,2 procent op achteruit. In het nieuwe akkoord is dat nog slechts 2,1 procent.
Alleenstaande ouders met één kind en een bijstandsinkomen moeten een koopkrachtdaling van 5,2 procent tegemoetzien, blijkt verder uit de Nibudcijfers. Volgens de oude plannen was dat 6,4 procent. Met twee kinderen is de achteruitgang kleiner omdat het kindgebonden budget voor het tweede kind meer stijgt dan voor het eerste kind.
Mensen met vervroegd pensioen gaan er ook in het nieuwe akkoord nog steeds flink op achteruit: bijna 16 procent. Ook 65-plussers met een aanvullend pensioen blijven inleveren: tussen de 0,2 en de 10,4 procent.
Het Nibud onderstreept dat er in deze cijfers nog veel kan veranderen. De plannen van het kabinet kunnen gewijzigd worden en de economische ontwikkeling is moeilijk te voorspellen.