Nieuwe hoofdredacteur ND: Behoefte aan christelijke duiding blijft
BARNEVELD – „Het medialandschap verandert sterk, maar aan christelijke duiding van het nieuws blijft grote behoefte. De samenwerking tussen christelijke media wil ik graag uitbreiden.”
Met die overtuiging keert Sjirk Kuijper terug naar de journalistiek. Op 15 maart volgt hij P. A. Bergwerff op als hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad. Diens directeursfunctie wordt overgenomen door Rinder Sekeris (41), de huidige adjunct-hoofdredacteur. Bergwerff, die bijna veertig jaar bij het ND werkt, was bijna twintig jaar hoofdredacteur en de laatste tien jaar ook directeur.
„Mijn leven wordt gedreven door nieuwsgierigheid en de drang om te vertellen wat ik zie”, verklaart Kuijper (46) de nieuwe wending in zijn loopbaan. „Door die nieuwsgierigheid heb ik me in 2007 door de ChristenUnie laten verleiden fractievoorlichter te worden. De partij trad toen net toe tot het kabinet en ik zag het als een mooie kans om achter de schermen van de macht te kijken. Ik heb allerlei gebeurtenissen van nabij meegemaakt. Toen het kabinet viel, zat ik met fractieleider Slob te wachten tot onze bewindslieden voor overleg de Trêveszaal uitkwamen. Ik heb van die periode genoten, maar een terugkeer naar de journalistiek altijd in het achterhoofd gehouden.”
Kuijper is geworteld in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, waaruit het Nederlands Dagblad voortkwam. „Mijn blikveld is wel verruimd: ik trouwde een vrouw die uit de Gereformeerde Bond komt –in onze kerk is ze de enige die een hoed draagt– en in de jaren 1985-1990 volgde ik een mo-studie theologie aan de Evangelische Hogeschool, met reformatorische en evangelische docenten.” Als verslaggever werkte Kuijper onder meer bij het Gelders, het Nederlands en het Friesch Dagblad. Als columnist van het ambtsdragersblad Dienst beschreef hij zijn ervaringen als ouderling in Franeker-Sexbierum.
Na de periode bij de ChristenUnie werd Kuijper in 2010 woordvoerder van waterschap Rijn en IJssel. Sinds begin dit jaar is hij persvoorlichter milieu bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. „Geen lange periode, maar ik ben heel blij met de gelegenheid om mede leiding te gaan geven aan een mediabedrijf dat bij mijn geloofsovertuiging aansluit.”
Kuijper treedt aan in een periode waarin de functie van kranten gedeeltelijk verandert en abonneeaantallen geleidelijk dalen. „Erg zorgelijk vind ik dat niet. Dat mensen de krant niet meer als enige nieuwsbron hebben, is niet erg, want uiteindelijk zijn christelijke media vooral voor de selectie en de duiding van dat nieuws opgericht. Daaraan blijft behoefte in de baaierd aan informatie waarover mensen tegenwoordig kunnen beschikken.
Er blijft een taak voor christelijke journalisten, van wie het zicht op de werkelijkheid door Gods Woord genormeerd wordt. Zij hebben geen obsessie voor het kwaad, het slechte nieuws – juist omdat ze niet de naïeve gedachte koesteren dat de mens van nature goed is. En anderzijds hebben ze juist oog voor het goede, voor Gods genadig handelen.
Het is de opgave voor christelijke media om daaraan uiting te geven. De journalistiek wordt vaak beheerst door cynische wetmatigheden, bijvoorbeeld dat goed nieuws geen nieuws is. Ik ben daar erg op tegen.”
Kuijper woont in Franeker, maar verblijft voor zijn werk enkele dagen per week in Den Haag. „Daardoor lees ik kranten via iPad. De gemiddelde lezer wil echter gewoon een papieren krant. Daar zal nog heel lang behoefte aan blijven.”
De nieuwe ND-hoofdredacteur ziet graag toenemende samenwerking met andere christelijke media. „Ik moet echter eerst worden bijgepraat voordat ik daarover uitspraken doe.” Elf jaar werkte hij bij het Friesch Dagblad. „Toen ik er kwam, was die krant op het nippertje ontsnapt aan overname door de Leeuwarder Courant. Sindsdien heeft het FD weer een duidelijker christelijk profiel gekregen. De christelijke media hebben elk hun eigen identiteit, moeten elkaar niet beconcurreren, maar delen wat ze kunnen delen. Maak gebruik van elkaars kracht, en dat mag wat mij betreft verder gaan dan het vrijblijvend overnemen van kopij.”