De naam van Stekelenburg zoemde altijd rond
Jarenlang zoemde de naam van Johan Stekelenburg aan het Binnenhof rond als de PvdA een topfunctie in de aanbieding had. Als het ging om ministersposten of het fractievoorzitterschap in de Tweede Kamer, steeds kwam de Tilburgse burgemeester in beeld. Met als hoogtepunt de Tweede–Kamerverkiezingen van januari 2003, toen PvdA–leider Bos een kandidaat–premier zocht en Stekelenburg en de Amsterdamse burgemeester Cohen de belangrijkste kandidaten waren.
Stekelenburg werd het steeds niet, de laatste keer doordat hij slokdarmkanker bleek te hebben. Zelf was hij aanvankelijk hoopvol over zijn herstel en ook PvdA’ers zagen hem uiteindelijk nog wel verschijnen in een hoge functie aan het Binnenhof. Dat is niet uitgekomen. Maandag overleed de 61–jarige Stekelenburg (31 oktober 1941).
Stekelenburg verwierf vooral landelijke bekendheid als voorzitter van de vakcentrale FNV. Hij leerde het vak bij de Industriebond NVV, onder leiding van de zeer radicale Arie Groenevelt. Stekelenburg begon zijn loopbaan in 1966 als bedrijvenmedewerker van de NVV in Leeuwarden. Via een bestuurspost in Gelderland klom hij op tot districtshoofd van Rotterdam.
Onder zijn verantwoording werden tijdens een staking de poorten van de Shell–raffinaderij in Pernis geblokkeerd. Het bedrijf brak de blokkade, en daarmee de staking, door met een heftruck de poort omver te rijden. Stekelenburg noemde dit eerder „het meest dramatische moment uit zijn vakbondsloopbaan".
Na Rotterdam steeg zijn ster snel. In 1983 kwam hij in het hoofdbestuur van de Industriebond. Een jaar later trad hij toe tot het FNV–bestuur. Hij leidde de Federatie Nederlandse Vakbeweging in een periode dat de vakbeweging na jaren van ledenverlies weer winst boekte. Toen hij in 1988 Hans Pont opvolgde als voorzitter van Nederlands grootste vakcentrale was een van zijn belangrijkste taken om de FNV groter te maken.
Daarnaast bezorgde Stekelenburg de FNV een gematigder imago. De verhouding met de werkgevers was in 1982 al genormaliseerd. Stekelenburg stond bekend als een voorstander van overleg, als iemand die niet graag het harde conflict zocht. Hij werd gekenschetst als een van de bekendste voorstanders van het befaamde poldermodel, waarin overheid en sociale partners nauwgezet samenwerkten.
In 1997 maakte Stekelenburg de overstap naar het openbaar bestuur. Als burgemeester van Tilburg werd hij verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid. Twee jaar later werd hij ook Eerste–Kamerlid namens de PvdA.
Stekelenburg raakte in opspraak door perikelen rond de politie–CAO in 1999, waar hij als korpsbeheerder deel uitmaakte van de werkgeversdelegatie. Het conflict ontstond toen minister Peper van Binnenlandse Zaken weigerde het CAO–akkoord te tekenen dat de bonden en de onderhandelingsdelegatie van zijn ministerie na een marathonsessie van achttien uur hadden bereikt. Bij doorrekening van de overeenkomst bleek deze 35 miljoen duurder te zijn dan was gedacht. Mede–onderhandelaar Stekelenburg werd hiervoor verantwoordelijk gehouden.
De oud–vakbondsman beet ongekend fel van zich af. In een vraaggesprek met De Telegraaf zei hij er behoorlijk de pest in te hebben dat de PvdA–top minister Peper in bescherming nam. „Mij werd zelfs misleiding en dwaling verweten. Nou, ik laat me niet slachtofferen door mensen die hun zaakjes zelf verkeerd hebben geregeld", stelde Stekelenburg.
Toch hielden Stekelenburg en de PvdA elkaar in de gaten. Een referendum over het PvdA–lijsttrekkerschap voor de Eerste Kamer vorig jaar won de Tilburgse burgervader glorieus.
Maar ook PvdA–leider Bos hield Stekelenburg in de gaten. Hij zag in de hoeder van het poldermodel een mogelijke kandidaat–premier die in economisch zwaar weer Nederland op koers zou kunnen houden. Zijn ziekte gooide toen roet in het eten en heeft hem nu geveld.